RTL Nieuws meldt dat de norm fors wordt verruimd van 0,1 microgram pfas per kilo naar 0,8 microgram per kilo. Het kabinet hoopt dat daardoor een groot deel van de bouwprojecten weer kan doorgaan.
Pfas is een verzamelnaam voor duizenden verschillende poly- en perfluoralkylstoffen. Die chemicaliën stoten water, vet en vuil af en kunnen goed hitte verdragen. Handig voor bijvoorbeeld blusschuim en de anti-aanbaklaag. Vanwege hun sterke eigenschappen breken de chemicaliën echter slecht af wanneer ze eenmaal in het milieu komen.
Vertraging
De afgelopen maanden liepen honderden bouw- en baggerwerkzaamheden vertraging op omdat het onduidelijk was wat er wel en niet mocht gebeuren met een bodem die een minimale hoeveelheid pfas bevat. In juli oordeelde minister Van Veldhoven (Milieu en Wonen) dat zelfs grond met 0,1 microgram pfas per kilo, het minimale dat meetapparatuur kan detecteren, niet vervoerd mag worden naar natuur- en landbouwgebieden waarvan de concentratie pfas in de bodem nog niet vaststond.
Wetgeving stammend uit de jaren tachtig schrijft namelijk voor dat je bij werkzaamheden grond niet viezer mag maken dan die al is. En zolang van grote delen natuur- en landbouwgebieden in Nederland de hoeveelheid pfas nog onbekend is, zou de bodem daar in theorie vuiler kunnen worden door het toevoegen van zand met 0,1 microgram pfas.
De maatregel leidde tot hevige protesten bij bouwers, die hun grond niet meer kwijt konden, of moesten wachten op precieze pfas-metingen bij overbezette laboratoria. Duizenden bouwers – die ook al kampten met vertragingen wegens strengere stikstofnormen – demonstreerden op het Malieveld met voertuigen en hijskranen.
De minister vroeg het RIVM met spoed in kaart te brengen wat in Nederland de zogeheten ‘achtergrondwaarde’ is van pfas, de concentratie van de chemicaliën die je gemiddeld mag verwachten in natuur- en landbouwgebieden. Hierdoor kon er een nieuwe norm gemaakt worden.
Afwachtend
Klaas Kooiker, ondernemer in grondverzet en initiatiefnemer van actiegroep Grond in Verzet, die de bouwers naar het Malieveld kreeg, is afwachtend: ‘Een norm van 0,8 klinkt als een stap voorwaarts. Daar kunnen we sowieso meer mee dan nu. Maar hoeveel meer, dat is de vraag. Gaat die 0,8 gelden voor alle werken? Of alleen voor de droge werken? Zal het ook van toepassing zijn op werk beneden grondwaterpeil? Is het ook de norm voor grondverzet naar diepe waterplassen?’
Ook Transport- en Logistiek Nederland, de branchevereniging met veel grondvervoerders onder haar leden, wil niet meteen spreken van goed nieuws. ‘Met alleen een getal zijn we er nog lang niet. We zullen op veel plekken nog moeten wachten op het resultaat van de grondmetingen waarmee gemeenten nog bezig zijn. En dan nog is nu onduidelijk voor welke werken die nieuwe norm gaat gelden.’
Henri Grolleman, ondernemer in grondverzet in Hasselt, noemt een verruiming naar 0,8 microgram ‘een lachertje. Acht keer van bijna niks is nog steeds bijna niks. Dat is nog steeds veel te laag.’ Hij geeft toe: het zal iets helpen. ‘Maar dat zal het werk nog niet vlot trekken.’
Zijn de normen versoepeld onder economische druk? Absoluut niet, zegt Arjen Wintersen, bodemkwaliteitsexpert bij het RIVM, er was simpelweg eerst meer onderzoek nodig om de strenge norm te kunnen vervangen. Dat de norm naar 0,8 gaat, kan hij nog niet bevestigen. Vrijdag licht minister Van Veldhoven het nieuwe pfas-beleid verder toe.
Toxicologen
Ook toxicologen buiten het RIVM vonden de oude norm van 0,1 microgram streng. ‘Het liefst heb je dat spul natuurlijk helemaal niet in de grond’, zegt emeritus hoogleraar toxicologie Martin van den Berg van de Universiteit Utrecht. ‘Maar 0,1 microgram per kilo is wel heel weinig. Ik heb er vertrouwen in dat het RIVM onafhankelijk opereert en zich niet onder druk laat zetten door economische belangen. Daarvoor zijn er te veel toxicologen die de rekensommen van het RIVM nu kunnen nalopen.’
Van den Berg vindt dat er extra aandacht moet komen om te voorkomen dat pfas-verbindingen überhaupt in het milieu kunnen komen. ‘Het gebruik van de bekendste soorten is nu grotendeels aan banden gelegd. Maar er zijn nog duizenden andere verbindingen waar we weinig van weten die via fabrieken in het afvalwater en in de lucht belanden.’