IEXGeld

Dossiers

Profiel

Bestaat het januari-effect echt?

Veel beleggers hebben handenwrijvend uitgekeken naar deze maand, want volgens een bekende beurswijsheid is januari meestal een bovengemiddeld goede beursmaand. Maar klopt dit wel? En wat kunnen we ermee?

Beleggen brengt veel onzekerheden met zich mee. Om enig houvast te krijgen, zoeken veel beleggers hun toevlucht tot beurswijsheden.

Over januari doen zelfs twee beurswijsheden de ronde: het januari-effect en de slogan ‘As January goes, so goes the year’. Kunnen we daarop vertrouwen?

Wat is het januari-effect eigenlijk?

Het januari-effect houdt in dat de eerste maand van het jaar gemiddeld genomen een betere beursmaand is dan de overige maanden. Het effect werd voor het eerst gesignaleerd in 1942, door de Amerikaanse bankier Sidney Wachtel.

Klopt het?

Vorig jaar was januari inderdaad de beste beursmaand. De AEX-index steeg toen met maar liefst 6,7%, een toename die door geen enkele andere maand werd geëvenaard.

Interessanter is het om naar de langere termijn te kijken. Volgens de Amerikaanse beleggingssite Investopedia blijkt uit onderzoek dat tussen 1904 en 1974 het gemiddelde rendement voor aandelen in januari gemiddeld maar liefst vijf keer hoger was dan in elke andere maand van het jaar. Dit geldt vooral voor smallcap-aandelen.

Een andere studie wijst uit dat de S&P 500-index tussen 1928 en 2018 in 62% van de januarimaanden is gestegen. Het januari-effect lijkt in de VS dus niet uit de lucht gegrepen.

Dit geldt ook voor Europa. Uit een inventarisatie van Goldman Sachs blijkt dat de Euro Stoxx 600 (een brede Europese aandelenindex) sinds 1974 in januari met gemiddeld 1,5% gestegen, tegen 0,7% in de overige maanden.

Maar de zakenbank plaatst hierbij wel twee kanttekeningen. Ten eerste wordt dit cijfer erg geflatteerd door de stijging van maar liefst 27% in januari 1975.

Daarnaast lijkt het januari-effect volgens de zakenbank weg te ebben. Sinds 1999 bedraagt het gemiddelde rendement in januari namelijk nog maar -0,5%, tegen +0,2% in de andere maanden. Het is dus de vraag of je op deze beurswijsheid kunt vertrouwen.

Wat is de oorzaak van de sterke januari maand?

Er circuleren verschillende verklaringen. Een ervan is dat institutionele beleggers, zoals fondsbeheerders, in december verliesgevende aandelen, speculatieve posities en kleine, minder bekende aandelen verkopen om hun portefeuilles er zo gunstig mogelijk uit te laten zien; een fenomeen dat ook wel windowdressing wordt genoemd. In januari hebben ze weer hun handen vrij om de beurs op te gaan, waardoor er weer volop wordt gekocht.

Een andere theorie is dat beleggers hun kerstbonus of dertiende maand verzilveren op de beurs.

Er kan ook een psychologische verklaring zijn voor dit fenomeen. Beleggers beginnen met een schone lei en zijn dan bereid om wat meer risico te nemen, onder het motto 'nieuw jaar, nieuwe kansen'.

In de Verenigde Staten wordt het januari-effect ook toegeschreven aan het belastingsstelsel, waarbij beleggers over kapitaalstijgingen vermogensbelasting moeten betalen. Om belasting uit te sparen zouden beleggers de winnaars van de hand doen. In Nederland kennen we zo'n stelsel echter niet, dus of dit een afdoende verklaring is, is de vraag.

En wat is de januari-barometer?

Er is nog een andere beurswijsheid voor januari. Deze luidt: ‘As January goes, so goes the year’. Dit houdt in dat januari een voorspellende waarde heeft voor het rendement over het hele jaar. Als die maand positief wordt afgesloten, zou de kans groot zijn dat het hele beursjaar in de plus eindigt. Dit wordt ook wel de januari-barometer genoemd.

Vorig jaar ging dat zeker op, gelet op de stijging van de AEX-index met 24% over 2019. Maar het is natuurlijk interessanter om te onderzoeken of deze beurswijsheid ook op langere termijn houdbaar is. ING is erin gedoken en ontdekte iets opmerkelijks. Een positief aandelenrendement in januari blijkt inderdaad een vrij aardige voorspeller voor de rest van het jaar. Maar een slechte eerste beursmaand blijkt een minder betrouwbare indicator.

De bank verwijst naar een onderzoek van Fidelity naar het januari-effect sinds 1950. Hieruit blijkt dat in maar liefst 37 van de 39 keer dat de S&P 500 een positieve januarimaand kende, de index het kalenderjaar ook met winst afsloot. De enige uitzonderingen waren 1966 en 2001, maar toen bevond de beurs zich aan het einde van een langjarige stierenmarkt.

Maar omgekeerd bleek januari een beduidend minder goede barometer: in maar liefst 11 van de laatste 25 jaren met een negatief rendement in januari eindigde de S&P 500 toch met winst; vaak zelfs met een forse winst. De laatste keer dat dit gebeurde was in 2016. De S&P 500 steeg toen met maar liefst 12%, maar de start was ronduit beroerd, want de index daalde in januari nog met 5,1%. Beurswijsheden zijn dus geen wetmatigheid.

Wat moeten we ermee?

Er schuilt op langere termijn wel een kern van waarheid in de twee beurswijsheden over januari. Maar er is geen sprake van een wetmatigheid: uitzonderingen bepalen de regel.

En zelfs als de beurswijsheid klopt, valt nog te bezien of echt sprake is van een kalendereffect. De januarirally van vorig jaar werd vooral toegeschreven aan de rentepauze van de Fed en koopjesjagers die na de dip in december hun slag hebben geslagen. Niet aan eindejaarsbonussen of institutionele beleggers die hun portefeuille mooi wilden laten glanzen,.

Het is met beleggen daarom verstandiger om te kijken naar de cijfertjes in plaats van naar je kalender. Wat zijn de onderliggende redenen van een koersstijging of -daling?

Daarnaast is de markt proberen te timen sowieso tricky. Zoals we vorige week ondervonden met de Amerikaanse drone-aanval op de Iraanse generaal Qassem Soleimani, kan één onverwachte gebeurtenis ervoor zorgen dat het sentiment omslaat.

Veelvuldig in- en uitstappen op basis van kalendereffecten is bovendien een dure aangelegenheid. De transactiekosten wegen niet of nauwelijks op tegen het potentiële rendement. Daarnaast loop je het risico dat veel meer beleggers op het januari-effect speculeren, waardoor een deel van de winst al is ingeprijsd voor de maand is begonnen.

Al met al is het januari-effect een interessant fenomeen, maar onvoldoende om hier je beleggingspropositie op te baseren.