Soms is terugblikken verstandig.
Sylverster Eijffinger zat er niet naast, maar het werd allemaal nog véél dramatischer dan we toen konden vermoeden.
Nobelprijswinnaar Robert Merton:
Jawel, we zitten in de grootste financiële en economische crisis in tachtig jaar. Maar dat betekent niet dat we allemaal veilig de armen van de toezichthouders moeten invluchten. Het antwoord op de crisis ligt veel meer in vernieuwende, geavanceerde financiële technieken. Geef de markt daarvoor de ruimte!
Zo ongeveer zal de Van Lanschot Lecture klinken die Robert Merton donderdag 11 juni op de Universiteit van Tilburg geeft. De Nobelprijswinnaar van 1997 is op veel vlakken 'typisch Amerikaans': altijd positief, ziet overal kansen, en heeft een groot geloof in de vrije markt.
Sylverster Eijffinger
UvT-hoogleraar Sylverster Eijffinger vroeg de financiële goeroe naar Tilburg te komen nadat de twee in een discussie waren beland over de financiële crisis toen Eijffinger de Harvard Business School bezocht waar Merton hoogleraar is.
"Robert Merton is bang dat we het kind met het badwater weggooien", verklaart Eijffinger Mertons visie. "Extra toezicht moet de innovatie niet beknotten." Sterker nog, innovatie kan de oplossing zijn. "Net zoals een auto veiligheidsmaatregelen heeft als abs, kreukelzone en airbags, heeft het financiële systeem veiligheidsmaatregelen nodig", schetst Eijffinger.
Volgens Merton kan een groot deel daarvan door de markt worden ontwikkeld. "Op zich heeft Merton daarin wel gelijk", vindt Eijffinger, die over het algemeen voor meer toezicht van de overheid pleit. "De vraag is: waar ligt het evenwicht tussen markt en toezichthouders."
Robert Merton (1944) won in 1997 de Nobelprijs voor de economie. Samen met twee collega's legde hij een wetenschappelijke basis voor het bepalen van de waarde van derivaten, afgeleide financiële producten als opties en futures. Deze formule was als een soort Heilige Graal, en hun vinding veranderde de financiële wereld dan ook ingrijpend.
Maar Merton is meer dan een theoreticus. Hij staat met het andere been in de praktijk: via adviezen, in besturen en hij stond aan de wieg van verschillende bedrijven. Niet altijd met succes. Zo ging het door hem opgezette hedge fund Long Capital Management zowat over de kop in 1998, en zorgde daarmee voor een flinke schokgolf in de financiële markt.
Het handelen zat er al vroeg in bij Robert Merton, zo blijkt uit een autobiografie op de website van het Nobelcomité. Hij was tien of elf toen hij zijn eerste aandeel kocht: één van General Motors. Maar op dat moment droomde hij niet van een carrière in de financiële wereld. Hij wilde automonteur worden. Toen hij elf was, hing hij een grote poster boven zijn bed met meer dan 1800 cijfertjes. Daarop kon hij steeds een dag wegstrepen tot hij oud genoeg was om zijn rijbewijs te gaan halen.
Intussen hield hij zijn moeders huishoudboekje bij. Op de middelbare school had hij allerlei handeltjes. En tijdens zijn PhD-studie in de wiskunde ging hij vaak 's ochtends voor college een paar uur kijken naar het handelen op de beursvloer. Pas later switchte hij naar economie en de topuniversiteit MIT en maakte hij van zijn hobby zijn beroep.
Dat plezier zie je nog steeds in hem, vertelt Sylvester Eijffinger: "Hij is heel creatief, buitengewoon humoristisch ook. Hij heeft als geen ander een steeds vernieuwende visie op de financiële markten."