Nieuws
Biden gaat nog een stap verder dan Trump en verbiedt Amerikaanse investeringen in 59 Chinese bedrijven
De Amerikaanse president Biden doet een schep boven op het sanctiebeleid waarmee zijn voorganger Trump vorig jaar de relatie met China op scherp zette. Biden breidt het verbod op Amerikaanse investeringen in Chinese bedrijven die banden hebben met het Chinese leger of technologie ontwikkelen voor digitale surveillance van Chinese staatsburgers verder uit.
Amerikaanse bedrijven en bedrijven met hun hoofdkwartier in de VS mogen niet langer investeren in 59 beursgenoteerde Chinese bedrijven, zo kondigde Biden donderdag aan. Overtredingen worden bestraft met boetes. Investeerders krijgen tot augustus de tijd zich aan te passen. Ook beleggen in fondsen die geld steken in die Chinese bedrijven is verboden. Deze fondsen krijgen een jaar de tijd om zich uit hun Chinese belangen terug te trekken.
Onder Donald Trump zijn tientallen Chinese bedrijven om uiteenlopende redenen in de ban gedaan, van obscure pruikenfabrikanten die gebruik zouden maken van dwangarbeid tot wereldwijd opererende techgiganten als Huawei en Chinese staatsbedrijven. Investeerders werden overvallen door de uitdijende lijst.
Juridisch was het investeringsverbod zo rommelig geformuleerd, dat de Amerikaanse rechter twee Chinese bedrijven die het aanvochten in het gelijk stelde. Deze twee staan niet meer op Bidens lijst, maar de rest van de Chinese bedrijven uit de luchtvaartsector, high-tech- en militaire sector die Trump in de ban deed, blijven verboden terrein voor investeerders.
Biden heeft een rustiger tempo en een gematigder toon dan zijn voorganger, maar ook hij ziet de relatie met China in het licht van een strijd ‘tussen autocratie en democratie’. De verhoogde tarieven van de handelsoorlog die Trump ontketende, blijven onder Biden van kracht, terwijl Washington tegelijkertijd een nieuwe onderhandelingsronde met China van de grond probeert te krijgen.
Met zijn nieuwe lijst corrigeert Biden de ‘slordige manier’ waarop Trump de confrontatie met Beijing aanging, met allerlei importverboden en juridisch zwak onderbouwde zwarte lijsten die vooral veel verwarring stichtten bij het Amerikaanse bedrijfsleven en hun buitenlandse relaties. Trump richtte zich op Chinese bedrijven met vermeende relaties met het leger en maakte het ministerie van Defensie verantwoordelijk voor de uitvoering van zijn beleid. Biden hanteert een bredere definitie om Chinese instellingen die actief zijn in defensie- en surveillancetechnologie af te snijden van Amerikaans investeringsgeld. Door het ministerie van Financiën in plaats van het Pentagon verantwoordelijk te maken geeft Biden het investeringsverbod meer slagkracht.
Wang Wenbin, woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Beijing, heeft Bidens nieuwe lijst scherp veroordeeld. Tot dusver nam China een afwachtende houding aan, in de hoop dat Biden Trumps beleid zou terugdraaien. Nu dat bepaald niet het geval is, zal Beijing zich bezinnen op tegenmaatregelen, zeker nu Biden zich lijkt op te maken voor de volgende stap. Washington vreest dat China technologie zoals digitale volgsystemen en gezichtsherkenning niet alleen voor zichzelf gebruikt, maar ook exporteert naar landen met autoritaire politieke systemen. Om die verspreiding van de Chinese surveillancetechnologie tegen te gaan, zouden veel meer landen dan de VS soortgelijk sanctiebeleid tegen Chinese bedrijven moeten invoeren.
Amerikaanse bondgenoten zoals Japan, Zuid-Korea en een aantal Europese landen aarzelen echter hun relaties met China op het spel te zetten. Biden kan de G7-vergadering in Groot-Brittannië en een overleg met de Navo volgende week gebruiken om te proberen zoveel mogelijk andere regeringen mee te krijgen.
Bron: Volkskrant