De Tijd:
‘Dat is vervelend, omdat het ons afleidt van waar we eigenlijk mee bezig willen zijn: onze business’, zegt Leybaert in een eerste interview sinds de storm opstak. ‘Maar ergens ben ik blij dat het nu publiek is. Achter de schermen is dit al maanden aan de gang. Nu het conflict open is, kunnen we er met iedereen over praten. Laat iedereen maar zijn kant van het verhaal vertellen, en dan zullen we zien wat de aandeelhouder beslist.’
U hebt zes maanden achter de schermen gepraat. Waarom was er geen vergelijk te vinden?
Hans Leybaert: ‘Het begon eigenlijk al met de oorspronkelijke eisen van Alychlo. Wat die precies inhielden, moet je ze zelf maar vragen. Maar het kwam erop neer dat ik nog net mijn eigen begrafenis mocht regelen. Zo behandeld worden, na 24 jaar bouwen aan dit bedrijf, daar ben ik een maand slecht van geweest.’
‘Dan slik je dat door en komt er een debat. Onze insteek was altijd dat we wilden samenwerken. Dat de grootste aandeelhouder een aanwezigheid wil in de raad van bestuur, vinden we de normaalste zaak van de wereld. Maar Alychlo wil absoluut belangrijke mensen verwijderen en vervangen, om meer controle te verwerven over het management. De raad van bestuur is er unaniem heilig van overtuigd dat we met Unifiedpost een verhaal schrijven waarin we met onze aanpak een internationale leider kunnen worden in ons vakgebied en enorm veel waarde kunnen creëren op de lange termijn. Maar Alychlo wil blijkbaar dat we meer op de korte termijn gemanaged worden. Dat is, in essentie, waar dit allemaal om draait.’
U kunt het Alychlo toch moeilijk kwalijk nemen dat het verandering vraagt? Van buitenaf bekeken kun je alleen vaststellen dat Unifiedpost zijn beloftes inderdaad niet inlost.
Leybaert: ‘Ik begrijp de perceptie. Het klopt dat we vandaag niet staan waar we wilden staan ten tijde van de beursgang. We kampen met onverwachte tegenwind, vooral dan door het opschorten van regulering in Frankrijk, waar de wettelijke verplichting op digitale facturen is uitgesteld tot 2027. Als dat niet was gebeurd, hadden we met de vingers in de neus onze beloftes waargemaakt. Maar dat potentieel is niet weg, hé. Die markt komt er, ook in andere landen. Er komt een digitale tsunami aan, voortgestuwd door regulering, en wij zijn het beste geplaatst om die golf te pakken. We hebben de voorbije vier jaar gebouwd aan een bedrijf dat sowieso een leider wordt, als we nu geen domme dingen doen. Ik kan mijn team alleen zeggen dat het goed gewerkt heeft, dat meen ik.’
Dat bouwen, ook via overnames, heeft uw cashpositie wel zo opgevreten dat u nu afhankelijk bent van dure brugfinanciering. Dat schrikt beleggers af.
Leybaert: ‘Dat weegt op de perceptie, ja. Dan zegt men dat we onvoorzichtig zijn geweest en minder hadden moeten doen. Maar is dat zo? Het doel van die overnames was niet om cashflow te kopen. We hebben dat gedaan om technologie te integreren in ons eigen platform. Met zo’n verhaal kan je bij een bank niet aankloppen, want die kijken alleen naar je ebitda (de bedrijfswinst voor afschrijvingen, red.), en die hadden we nog niet. Dus moet je die periode even overbruggen, tot je model van de grond komt. Dat duurt iets langer dan we hadden gehoopt, maar dat overbruggingskrediet loopt vijf jaar. Dat is genoeg tijd om ons model op het niveau te brengen dat onze schuldgraad met gemak kan absorberen. Zeker als we ondertussen de onderdelen die we niet nodig hebben desinvesteren.’
U klinkt een beetje alsof u zichzelf niets verwijt.
Leybaert: ‘Toch wel. We hebben niet goed genoeg uitgelegd waarmee we bezig zijn, waar we naartoe gaan en hoe de markt evolueert. Dat is ook een moeilijk verhaal, zeker in een beurscontext waarin je al gauw wordt afgerekend op de korte termijn. Maar dat hadden we communicatief absoluut beter moeten aanpakken, ook al valt die uitleg dan vaak op een koude steen.’
Kunnen de profielen die Alychlo als onafhankelijke bestuurders naar voren schuift niets bijbrengen?
Leybaert: ‘We zijn niet tegen extra bestuurders. Maar niet als we daarvoor goed functionerende mensen moeten opzijschuiven. Ik vergelijk het soms met de Tour de France. We staan na de eerste week niet waar we wilden staan in het klassement. Maar we hebben de beste fiets en de beste ploeg om straks de meet mee te halen. En dan zou je nu we aan de cols komen en het om de knikkers gaat plots de boel overhoop gooien? Slim is dat niet.’
Het adviescomité trekt ook de onafhankelijkheid van de voorgestelde bestuurders, Ingels en Van Der Gucht, in twijfel. Op welke basis?
Leybaert: ‘Volgens de corporate governance code is een bestuurder die door een aandeelhouder met meer dan 10 procent wordt voorgesteld, niet onafhankelijk. Dus dat is al een goede reden op zich. We zijn ook niet naïef. Uiteindelijk gaat het in een raad van bestuur ook om stemmen tellen, hé. Wij maken ons geen illusies dat als Alychlo erin slaagt met de grove borstel door de raad van bestuur te gaan, het straks op vier stemmen kan rekenen. Dat is geen samenwerking, maar een putsch.’
Is het net niet gezond uiteenlopende visies aan boord te hebben?
Leybaert: ‘Dat hoor je dan, inderdaad. Dat we meer naar een soort conflictmodel moeten. Alsof het een schande is om samen ergens naartoe te werken. Wij debatteren in de raad van bestuur grondig over elk onderwerp, waarbij verschillende meningen worden afgewogen en getoetst. Ik hoef absoluut niet altijd gelijk te krijgen, verre van. Maar het is wel belangrijk uiteindelijk samen een richting te kiezen en die uit te dragen. Zo kom je veel verder dan door nu wat olifanten in de porseleinwinkel te droppen.’
De algemene vergadering wordt de facto een vertrouwensstemming. Trekt u uw conclusies als de voorstellen van Alychlo het halen?
Leybaert: ‘Ja. Het is winnen of verliezen. Ik ben 24 jaar geleden met Unifiedpost begonnen en ben in al die jaren nooit met tegenzin komen werken. Omdat ik gepassioneerd ben door wat ik doe en kan samenwerken met een team waarmee ik op dezelfde golflengte zit. Ik blijf te allen tijde trouw aan mijn overtuiging om een op de lange termijn georiënteerd, onafhankelijk, in België verankerd, internationaal bedrijf uit te bouwen. Als ik voel dat dat niet meer kan, is het aan anderen om het te doen. Ik zit liever in de oppositie dan in een coalitie die niet werkt. Ik heb ook maar dik 10 procent van de aandelen, hé. Ik heb me neer te leggen bij wat de meerderheid beslist. Als ik daar niet mee om kon, had ik maar klein moeten blijven en mijn goesting moeten doen.’