Complottheorieën veronderstellen dat er groepen of organisaties bestaan die in het geheim samenspannen om kwalijke doelen te realiseren. De samenzweerders zijn immoreel en gaan vaak over lijken. Ze gebruiken onwettige middelen om meer macht te verkrijgen of er financieel beter van te worden. Hun plannen zouden stranden wanneer deze bekend werden. Daarom gebruiken ze allerlei methoden en strategieën om hun activiteiten verborgen te houden en ons een rad voor ogen te draaien
Toevallige omstandigheden, complexe achterliggende factoren, sociale oorzaken, onvoorspelbare gevolgen en uiteenlopende belangen worden in complottheorieën allemaal buiten beschouwing gelaten. Het kwaad heeft altijd maar één oorzaak: de samenzweerders hebben het bekokstoofd. Dit idee is niet in overeenstemming met het feit dat veel handelingen tot niets leiden of onbedoelde gevolgen hebben. Complottheorieën bieden een eenvoudig verklaringsmodel, zonder abstracte en onpersoonlijke factoren. De wereld wordt minder verwarrend wanneer de gebeurtenissen deel uitmaken van een vooropgezet plan en de schuldigen kunnen worden aangewezen.
Volgens de filosoof Steve Clarke (2002) hebben complotdenkers last van de fundamentele attributiefout, een term uit de sociale psychologie. Daaronder verstaat men de algemeen menselijke neiging om gebeurtenissen en het gedrag van anderen toe te schrijven aan persoonlijke motieven en karaktereigenschappen, zonder rekening te houden met de omstandigheden. De invloed van situationele factoren wordt meestal zwaar onderschat.
Tijdschrift Skepter maart 2005