Hier het hele bericht in Cobouw.
"We zijn er nog lang niet ":
De bouw staat er beter voor dan een jaar geleden en dat komt vooral door de woningmarkt, constateren de bestuursvoorzitters van de grootste bouwers. Maar op de utiliteits- en inframarkt zal het ook dit jaar nog prijsvechten worden. Cobouw vraagt de topmannen van grote bouwbedrijven elk jaar naar hun verwachtingen. Welke kansen en bedreigingen zien zij in 2016?
“Voorzichtig optimistisch” kijken de bestuursvoorzitters van BAM, TBI, Dura Vermeer, Van Wijnen, Janssen de Jong en Hurks naar 2016. Het wordt een jaar waarin het herstel door zal zetten. Vooral de woningmarkt stemt tevreden. Maar er zijn ook zorgen over de stijgende kosten: de lonen, materialen, grondposities en de prijzen van toeleveranciers en onderaannemers. Door de voortdurende overcapaciteit is de concurrentie op veel deelmarkten in de bouw nog “heftig” en zijn de marges slecht.
Meewind hier en daar
“De tegenwind van de laatste jaren is afgenomen. Hier en daar is er nu meewind, alleen niet voor de kantorenmarkt”, vat Rob van Wingerden van BAM de situatie voor de bouw samen. “Heel voorzichtig gaat de sector de goede kant op. Maar het is geen haakse bocht.”
“Het perspectief voor de bouw is gunstiger geworden door de economische groei, het gegroeide consumentenvertrouwen en de lage rente”, zegt Daan Sperling van TBI. “Daardoor zie je een grotere bereidheid van consumenten en bedrijven om te investeren.”
Krachtig herstel woningbouw
Gunstig voor alle bouwers is het krachtige herstel van de woningbouw. “Maar woningbouw is nog niet altijd winstgevend”, merkt William Bontes van Hurks. “De marges staan nog onder druk, tenzij je goede ontwikkelposities hebt.” Die zijn er volgens hem vooral in Amsterdam en Utrecht. “Binnenstedelijk, liefst in het centrum of de rand van het centrum.”
"Bouwers de lage marges beu "
Voor de bouw zal 2016 geen hersteljaar worden, verwacht Hans Smits van Janssen de Jong Groep. “Dat klinkt alsof het op het eind van het jaar al fantastisch gaat. Dat is niet zo. Ja, er is groei en ja, de sector herstelt zich. Maar we zijn er nog lang niet.” Hij verwacht dat pas in 2018 of 2019 de bouw in normale doen is. “De marges zijn ongezond laag.”
Prijsvechten
Belangrijke oorzaak: de voortdurende overcapaciteit. Die is volgens de meeste topmannen nog steeds aanwezig. Prijsvechten blijft de dagelijkse praktijk. Smits: “Er wordt superscherp ingeschreven. Bij 15 tot 20 procent van de aanbestedingen wordt op of onder de kostprijs ingeschreven.”
Ook Sperling ziet dat het prijsvechten op de utiliteits- en inframarkt aanhoudt. “Het prijsniveau vind ik te laag liggen. Ik hoop dat een krachtig herstel van de woningmarkt kan zorgen voor ontspannen marktomstandigheden in de infra en utiliteitsbouw met acceptabele prijzen.” Als bouwbedrijven iets meer verdienen in de woningbouw, is volgens Sperling de noodzaak minder groot om tegen (te) lage prijzen op de andere markten werk binnen te halen.
Volgens Van Wingerden zijn bouwers de lage marges beu. “Ik zie een houding om anders in de wedstrijd te zitten. Niet meer koste wat kost werk aannemen. Die houding wordt breder gedragen.”