Onderstaand het meest reële stuk berichtgeving en toen was er nog geen overeenkomst tussen Heijmans en de Provincie :
Bouw niet op drijfzand
Heijmans
Probleemproject N23 brengt bouwer Heijmans in een kwetsbare positie. De hamvraag: hoe slap is de grond onder de weg?
Carola Houtekamer - 2 november 2016
Het is opnieuw een stuk weg waar een groot Nederlands bouwbedrijf over struikelt.
Vorig jaar ging bouwer Ballast Nedam – inmiddels verkocht aan het Turkse Renaissance – net niet ten onder aan de verbreding van de A15 in het Botlekgebied. Nu brengt de Westfrisiaweg – de opwaardering van 42 kilometer N23 van Heerhugowaard naar Enkhuizen ter waarde van 200 miljoen euro – bouwer Heijmans in de problemen.
Oorzaak is de grond onder de N23. Die is een stuk slapper dan Heijmans had voorzien. De vertragingen en wijzigingen die dat veroorzaakt, kosten zo veel dat het beursgenoteerde bedrijf uit Rosmalen mede hierdoor in een kwetsbare financiële toestand is geraakt. Woensdag liet de bouwer in een alarmerend persbericht weten dat het in onderhandeling is over de extra kosten van de weg en van een project in Tilburg. Heijmans vindt dat de opdrachtgever, de provincie Noord-Holland, moet opdraaien voor de gevolgen van die slappe grond onder de N23. De provincie vindt van niet.
Het geschil, dat volgens de provincie over „tientallen miljoenen euro’s” gaat, ligt nu bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Buffer om zulke grote tegenvallers op te vangen heeft Heijmans niet of nauwelijks. Als het bedrijf geen gelijk krijgt, bestaat de kans dat het niet langer voldoet aan afspraken met z’n financiers over de maximale schuld, zei het woensdag zelf.
Het is opnieuw een stuk weg waar een groot Nederlands bouwbedrijf over struikelt.
Vorig jaar ging bouwer Ballast Nedam – inmiddels verkocht aan het Turkse Renaissance – net niet ten onder aan de verbreding van de A15 in het Botlekgebied. Nu brengt de Westfrisiaweg – de opwaardering van 42 kilometer N23 van Heerhugowaard naar Enkhuizen ter waarde van 200 miljoen euro – bouwer Heijmans in de problemen.
Oorzaak is de grond onder de N23. Die is een stuk slapper dan Heijmans had voorzien. De vertragingen en wijzigingen die dat veroorzaakt, kosten zo veel dat het beursgenoteerde bedrijf uit Rosmalen mede hierdoor in een kwetsbare financiële toestand is geraakt. Woensdag liet de bouwer in een alarmerend persbericht weten dat het in onderhandeling is over de extra kosten van de weg en van een project in Tilburg. Heijmans vindt dat de opdrachtgever, de provincie Noord-Holland, moet opdraaien voor de gevolgen van die slappe grond onder de N23. De provincie vindt van niet.
Het geschil, dat volgens de provincie over „tientallen miljoenen euro’s” gaat, ligt nu bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Buffer om zulke grote tegenvallers op te vangen heeft Heijmans niet of nauwelijks. Als het bedrijf geen gelijk krijgt, bestaat de kans dat het niet langer voldoet aan afspraken met z’n financiers over de maximale schuld, zei het woensdag zelf.
Supersnel aanbesteden
Heijmans heeft meer problemen dan enkel de N23. Het is ook miljoenen kwijt aan de bouw van de Energiefabriek Tilburg, een installatie die biogas uit zuiveringsslib haalt. De fabriek had al twee jaar geleden opgeleverd moeten zijn. Opdrachtgever waterschap De Dommel wil dat Heijmans de kosten van de vertraging betaalt.
Ook is de bouw van een gebouw voor het RIVM anderhalf jaar vertraagd. Het ontwerp voldoet niet aan de trillingseisen. Dit project doet Heijmans met bouwers Strukton en Hurks.
Nu wat aanbestedingsjargon. Als aanbestedingstraject had Noord-Holland gekozen voor best value procurement, een snellere procedure waarbij de bouwers niet een gedetailleerd ontwerp hoeven in te dienen om mee te mogen dingen naar de klus. Bij de N23 moesten de bouwers in ruim drie maanden met een eerste bieding komen, traditionele aanbestedingen duren soms wel een jaar. Er zit wel een vangnet in de procedure ingebouwd. Mocht tijdens het definitieve ontwerpen blijken dat zaken toch duurder uitpakken voor de bouwer, dan zijn wijzigingen in de prijs achteraf nog mogelijk.
Heijmans rekende in de eerste bieding met die tweehonderd dagen. Dat was ook de opdracht. Maar toen het later de bodem liet onderzoeken door een extern bureau, kwam het uit op een heel andere tijd. Niet tweehonderd, maar tot wel meer dan vierhonderd dagen inklinktijd op sommige stukken. Dat betekent lange vertragingen, nieuwe tijdsplanningen en ontwerpen, nieuw materiaal, andere logistiek. Kortom: miljoenen euro’s die Heijmans niet heeft.
De arbitrage, die zo belangrijk is voor de toekomst van het bedrijf, gaat over dat geld. De partijen ruziën over de aanpassing van de prijs achteraf en de kosten van de wijzigingen. Daarover zou wel of toch niet akkoord zijn bereikt. En ze ruziën over wiens verantwoordelijkheid het onderzoek naar de bodem nu eigenlijk is. De bouwer, vindt de provincie, kijk maar naar het contract. De provincie, vindt de bouwer, kijk maar naar de kwaliteit van de informatie die is aangeleverd.
Het conflict over de N23 is een erfenis uit de crisisjaren. Toen namen bouwers, die ernstig om werk verlegen zaten, veel infrastructuurprojecten aan waar grote risico’s aan kleefden. En de opdrachtgevers – Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten – wentelden moeilijk te beheersen verantwoordelijkheden zoals vergunningen en bodemonderzoeken maar al te graag af op de gretige bouwers.
Rijkswaterstaat houdt bij grote projecten inmiddels iets meer in eigen hand. Maar met de erfenis uit het verleden moeten bouwbedrijven nog zelf afrekenen.