VAN DE WINKEL. "Misschien wel, maar dat zou een veel breder georiënteerd en heel groot bedrijf hebben opgeleverd, niet noodzakelijk een beter bedrijf. Ik lees op vakantie graag managementboeken en biografieën van leiders. Dan stel je vast dat iconische bedrijven altijd vasthouden aan hun lijn. Ik betwijfel dus sterk of we even succesvol waren geweest, als dit een heel breed bedrijf was geworden." Er wordt weleens over gespeculeerd dat J&J, het bedrijf boven uw partner Janssen, Genmab zou willen overnemen. VAN DE WINKEL. "Natuurlijk is dat mogelijk, maar we blijven veel beter gewoon samenwerken. Janssen doet het fantastisch met Darzalex. De inkomsten daarvan kan ik investeren in producten die we zelf kunnen vasthouden en lanceren. Als de ene partij de andere overneemt, verlies je heel veel van de stimulerende cultuur die ons zo goed maakt." Ook het wedervaren van Ablynx bewijst volgens Van de Stolpe de gevaren van zo'n overname. VAN DE WINKEL. "Ik ken Edwin Moses (de voormalige CEO van Ablynx, nvdr) heel goed. In onze kleine sector komen mensen als Onno, Edwin, Tim en ik elkaar continu tegen. De ontmanteling van Ablynx was voorspeld en het is een onaantrekkelijk scenario. Heel veel mensen vertrekken er. Ik had Edwin daarvoor gewaarschuwd. Ik ben heel erg eerlijk in dat soort dingen. Het is mijn rol als voorman van Genmab continu naar de buitenwereld signalen uit te sturen dat onafhankelijkheid het beste scenario is." Tim Van Hauwermeiren, de CEO van argenx, is u dankbaar omdat u hem hebt geadviseerd Amerikaanse investeerders op te zoeken. VAN DE WINKEL. "Ik ben een grote fan van Tim. We proberen elkaar een aantal keer per jaar te spreken, en dan komen dat soort dingen ter sprake. Ik heb hem gezegd dat hij naar Amerika moest gaan om zijn bedrijf groter te maken. Dat heeft fabuleus goed gewerkt. De beursgang in Amerika heeft hem geholpen de volgende stap te doen. Ik denk dat hij zich heel erg heeft gespiegeld aan het succesverhaal van Genmab." Argenx groeit nog sneller dan Genmab en Galapagos. Wat als de leerling de meester overtreft?
VAN DE WINKEL. "Dat zou ik geweldig vinden. Nu, sinds ik CEO ben geworden, is Genmab meer dan 3000 procent gegroeid. Ik geloof dat dat heel erg competitief is. Uiteindelijk komt het erop neer producten te creëren die het verschil maken voor patiënten. Als dat, zoals bij argenx, gepaard gaat met een sterke groei van het bedrijf en daarmee ook met het creëren van een goede toekomst voor de werknemers, ben ik de eerste om Tim daarmee te feliciteren." Welk advies geeft u aan Belgische biotechspelers? VAN DE WINKEL. "Ze moeten groot durven te denken. Dat ontbreekt vaak in Europa. Velen zijn veel te voorzichtig en te veel gericht op de korte termijn. Daarmee kom je niet ver in biotech. Het leven is te kort. Ondernemers in Vlaanderen moeten zich alleen maar richten op die producten die een substantiële verbetering kunnen bieden in de behandeling van bepaalde ziekten en zo een enorm verschil kunnen maken voor de levens van patiënten. Dan wordt het ook veel gemakkelijker de discussie over de kostprijs aan te gaan. Dus: durf te geloven in je product, en houd als een pitbullterriër vast aan je doel." Het debat over de betaalbaarheid van geneesmiddelen wakkert inderdaad aan. In België was en is er veel heisa rond baby Pia die enkel kon worden geholpen met een peperdure gentherapie.
VAN DE WINKEL. "Dat heb ik gelezen. We willen een open en eerlijke discussie met de maatschappij, om uit te zoeken hoe we ervoor kunnen zorgen dat zulke medicijnen beschikbaar zijn. Dat kan bijvoorbeeld door het ontwikkelingsproces in te korten, zodat we het goedkoper op de markt kunnen brengen. Dat kan door veel meer gebruik te maken van data. Wij hebben dit jaar een strategisch partnerschap gesloten met Tempus in Chicago, dat 's werelds grootste bibliotheek van klinische data beheert. In de Verenigde Staten kan je alle patiëntendata inbrengen in het computersysteem van de grote klinische centra. Zo kan je sneller en beter targets (eiwitten in het lichaam waarop een product kan inwerken, nvdr) kiezen voor je producten, zodat je betere testen kan doen." Hebben CEO's van Europese biotechbedrijven te veel schroom omdat ze voorzichtiger moeten omgaan met hun geld dan hun Amerikaanse collega's? De zakken van Amerikaanse investeerders zijn dieper. VAN DE WINKEL. "Niet alleen zijn de zakken veel minder diep in Europa, er is überhaupt veel minder ervaring met biotech. Hoe je het ook draait of keert, biotech is een Amerikaanse business die al in het midden van de jaren zeventig ontstond. Amerika heeft iconische biotechsuccessen, zoals Genentech, Biogen en Amgen. Europa heeft heel weinig van zulke succesverhalen. Hier wordt zo'n bedrijf heel vaak overgenomen zodra het succesvol lijkt te worden. Groot durven te denken en er voluit voor gaan, is een typisch Amerikaanse manier van zakendoen. Die Amerikaanse can do- attitude van doorzetten missen we in Europa vaak. Genmab heeft wél heel erg die Amerikaanse manier van denken en van aanpakken. Dat ik zelf een jaar in Amerika heb gewerkt, en daarvoor bij het Amerikaanse Medarex aan de slag was, is daar zeker een van de redenen van. Met onze Amerikaanse beursgang in juli, de grootste dit jaar in biotech en in marktkapitalisatie de grootste ooit voor biotech, hebben we onze aandeelhoudersbasis in de Verenigde Staten nog verbreed. "Er is ook een fundamenteel verschil tussen Europese en Amerikaanse investeerders. In Europa maakte ik het vaak mee dat een investeerder instapte na twee goede meetings. In Amerika werk je veel meer aan de relatie. Ze willen de CEO kennen, dus vaak moet je minstens vijf of zes keer met die partij een meeting hebben. Dat is intensief. Pas wanneer een partij zich comfortabel voelt met de persoon en het bedrijf, investeert ze, maar dan ook veel meer. Tim Van Hauwermeiren heeft dat feilloos opgepikt en werkt hard aan zijn relatie met Amerikaanse investeerders." Kan Nederland in biotech nog lessen leren van Vlaanderen?