Rijkswaterstaat en infrasector sparren over aanbesteden en contracten: “Het schuurt, maar dat mag ook”
Ruim twee jaar geleden schoven marktpartijen, brancheverenigingen en Rijkswaterstaat aan tafel om de coronacrisis het hoofd te bieden en aanbestedingen, contracten en projecten in de infrasector gezonder te maken. Wat is ervan terechtgekomen? “Dankzij de coronapandemie is de Taskforce Infra sneller effectief geworden.”
Rijkswaterstaat en infrasector sparren over aanbesteden en contracten: “Het schuurt, maar dat mag ook”
Commotie ruim twee jaar geleden. Door de ontluikende coronapandemie waren de bouw en Rijkswaterstaat onzeker over het voortzetten van hun projecten. Ze riepen de ‘Taskforce Infra’ in het leven, een breed collectief dat de impact van corona op de infrasector probeerde te beperken en de bouw door te laten draaien.
Het is nu 2022, het land is bijna genezen van de coronapandemie. Toch wordt de Taskforce nog niet ontmanteld.
Nu jagen Rijkswaterstaat en de achterban van Bouwend Nederland, Cumela, MKB Infra, NL Digital, NL Ingenieurs, Techniek Nederland en de Vereniging van Waterbouwers in verschillende Taskforce-werkgroepen verbeteringen aan. Gordiaanse knopen zoals tweefasencontracten, de renovatiegolf en risicoverdelingen schuwen ze niet.
Cobouw sprak hierover met Lennerd Heij, directeur van BAM Infra Projecten. En met Jean Luc Beguin, nog maar net chief procurement officer van Rijkswaterstaat en tot voor kort hoofdingenieur-directeur van Grote Projecten en Onderhoud.
Maxime Verhagen van Bouwend Nederland zei in 2020 dat de Taskforce niet zoveel opdrachten naar voren heeft gehaald als de bouw had willen zien om de terugval door corona op te vangen. Hoe is dat nu?
Beguin: “Het belangrijkste is altijd geweest dat we zo’n stabiel mogelijk werkpakket voor de bouw leveren. Dat wordt bemoeilijkt door de onzekerheden die voortvloeien uit de stikstofcrisis en tekorten voor onderhoud. Aan een aantal zaken kan de Taskforce niets doen, dat is een politieke keuze. Maar we informeren elkaar zo veel mogelijk over de (in)stabiliteit van projecten.”
Heij: “Naar voren halen is één ding. De problematiek van toen is nog dezelfde. We kunnen helaas niet alles realiseren wat we willen, maar we hebben wel meer begrip voor elkaar gekregen.”
Beguin: “Rijkswaterstaat en bouwers moeten daarvoor elkaar zo min mogelijk verrassen en zo transparant mogelijk zijn. Daarom hebben we bijvoorbeeld de inkoopplanning en de factsheets over toekomstige projecten op basis van feedback aangepast.”
Hoe heeft die transparantie uitgepakt bij het verdelen van de risico’s in projecten?
Het schuurt af en toe best wel
Heij: “In de experimenten die de Taskforce nu aanjaagt, zoals de A27 Houten-Hooipolder nemen Rijkswaterstaat en aannemer met elkaar de tijd om de risico’s goed te doordenken. Terwijl je eerst in een heel korte tijdsperiode en met onvoldoende kennis de risico’s van een project moest zien te beprijzen.”
Beguin: “Je kunt alles beprijzen aan de voorkant, maar dan werk je niet samen. Dat gesprek wordt nu veel transparanter gevoerd.”
Heij: “Het schuurt af en toe best wel en dat mag ook als je een goede discussie voert vanuit verschillende perspectieven. Een gezonde risicoverdeling kan de markt bijvoorbeeld pas vaststellen als de scope van het project helder is. Rijkswaterstaat is gewend al in een eerder stadium een bepaalde mate van zekerheid te hebben. Je hoeft het niet altijd eens te zijn, zolang je elkaars motieven beter begrijpt. Zoals dat de besluitvorming soms in Den Haag ligt.”
Wat heeft de Taskforce gedaan om aanbestedingen en contractvormen ‘gezonder’ te maken?
Beguin: “We hebben de uitvoer van projecten versneld zoals bij de verbreding van de A1 Apeldoorn door vroeg te trechteren naar een aantal marktpartijen, waardoor we sneller door konden gaan met aanbesteden.”
Heij: “Rijkswaterstaat experimenteert ook met de portfolio-aanpak‘ voor vervangingen, renovaties en onderhoud en een van onze werkgroepen buigt zich over hoe zulke pakketten van projecten het beste ingevuld kan worden. En met het twee-fasen proces voor de aanleg van infra.”
Beguin: “Er lopen nu 15 Rijkswaterstaatprojecten met een tweefasenaanpak. Van renovatie van de tunnels in de A73 tot aan de A27 Houten-Hooipolder. Bij die laatste is aanleg van wegdelen met een vaste prijs beklonken, maar wordt voor vervangen en renoveren van de bruggen later de prijs bepaald. Projecten met en tweefasenproces zijn cruciaal en geschikt voor de grote opgave van de komende jaren, maar reguliere aanbestedingen – bijvoorbeeld met DBFM- en DC-contracten – blijven.”
Heij: “De A27 is dus deels tweefasen. De markt zou het misschien wel volledig tweefasen willen zien. Het springt eruit als een boeiend experiment.”