BAM wil hulp uit Den Haag voor woningmarkt: ‘Bitter als te weinig gebouwd wordt’
BAM ziet de woningverkopen aan particulieren teruglopen en projecten door beleggers op de lange baan geschoven worden. “Een stevige impuls” vanuit Den Haag zou volgens bestuursvoorzitter Ruud Joosten zeer welkom zijn.
De financiële resultaten zijn in tijden niet zo goed geweest. BAM boekte vorig jaar een nettowinst van 180 miljoen euro en zag eindelijk de solvabiliteit boven de 20 procent uitkomen. “We zijn een stuk stabieler geworden, ook financieel”, zei bestuursvoorzitter Ruud Joosten donderdag bij de toelichting op de jaarcijfers over 2022 in het Van der Valk-hotel aan de Zuidas in Amsterdam.
Maar heel opgelucht zal het bedrijf niet zijn. Vooral op de woningmarkt zijn de omstandigheden “complex”, zoals Joosten het noemt. BAM verkocht vorig jaar 2.028 woningen, een daling van 18 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Zowel consumenten als beleggers zijn minder gretig en “aarzelen” om nieuwbouw te kopen.
Voor elke nieuwbouwwoning staan minder mensen in de rij dan begin vorig jaar. “De consument kocht vorig jaar gewoon een huis, en verkocht later zijn eigen huis. Die consument zegt nu: ‘Ik ga eerst mijn eigen huis verkopen.’ Dat zorgt natuurlijk wel voor vertraging”, merkt Joosten.
Sommetje
Ook beleggers staan op de rem. Vooral bij de ontwikkeling van grotere appartementencomplexen, soms gemixt met kantoren en een commerciële plint. “Dat komt met name door de rentestijging, waardoor beleggers hun businesscase niet rond gerekend krijgen.”
Maar ook de gevolgen van de door minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) aangekondigde regulering van de huurmarkt zijn niet te onderschatten. “Daardoor wordt het sommetje nog complexer. Als je alle effecten optelt, dan krijg je dat het langer duurt voordat projecten beginnen.” Volgens Joosten heeft de regering met het voornemen over de huurregulering “twijfel gezaaid” bij investeerders. Mede daardoor bestaat de kans dat er dit en volgend jaar minder gebouwd wordt. “Precies het tegenovergestelde van wat de regering wilde. Dat is wel bitter.”
BAM is niet van plan met bouwen te beginnen als minder dan de gebruikelijke 70 procent van de koopwoningen verkocht zijn. “Dat zou te riskant zijn”, vindt financieel directeur Frans den Houter.
Impuls
Een garantiefonds voor koopwoningen (ook wel doorbouwgarantie genoemd) zou volgens Den Houter welkom zijn. Ook de Van der Laan-subsidie mag wat hem betreft van de plank gehaald worden. Met die stimuleringsregeling, die stamt uit de tijd van de kredietcrisis, zou iedere nieuwbouwwoning waarvan de bouw voor een bepaalde datum begint, een bedrag krijgen (bijvoorbeeld 15.000 euro).
Joosten: “Iedere overheidsmaatregel die de boel versnelt, helpt ons natuurlijk. Ik denk dat de hele branche geholpen zou worden met een stevige positieve impuls door de overheid.”
“Ook voor de mensen die een huis zoeken is het prettig. Ik hou mijn hart vast, ik zie hun situatie gewoon heel sterk verslechteren.” Het zou volgens hem “jammer” zijn als bouwbedrijven in tijden van woningnood op hun handen moeten zitten.
Stikstofimpact
Van stikstof heeft BAM op de woningmarkt van alle belemmeringen nog het minste last, merkt Joosten. “De invloed voor de huizen en gebouwen die we bouwen is beperkt.” In de inframarkt is de impact “wat groter”. “Geluk bij een ongeluk is dat we heel veel mensen hebben die de stikstofimpact berekenen bij projecten. Heel veel bedrijven hebben dat niet en die komen in de problemen. De overheid heeft zelf ook grote problemen, omdat er geen ambtenaren zijn die dat kunnen beoordelen.”
Het bouwconcern heeft met die stikstofdeskundigen in kaart gebracht in welke regio’s er nog stikstofruimte is en in welke regio’s er problemen te verwachten zijn. BAM mikt bij aanbestedingen op de kansrijke gebieden met genoeg ruimte. “We zijn landelijk actief, dus dat is ons voordeel”, aldus Joosten.
Duurzaamheid
De topman vertelde donderdag ook dat de infradivisie van BAM, die goed is voor zo’n 1 miljard euro omzet, bezig is met een transformatie waarbij relatief nieuwe markten worden betreden. Jaren geleden al werden grote projecten boven de 150 miljoen euro afgezworen. Meer en meer gaat het bedrijf zich richten op “elektrificatieprojecten”, geeft Joosten als voorbeeld. “Dat kan bijvoorbeeld een landstation zijn voor windparken. Of het spoor, zowel in Nederland in Engeland. Denk aan hogesnelheidslijnen.”
Klimaatadaptatie van infra valt ook in de duurzaamheidsstrategie die BAM in januari van dit jaar lanceerde. “Daar hebben we ook heel veel expertise in. Dat gaat om: hoe kun je zorgen dat Nederland droog blijft de komende decennia? We richten ons als BAM steeds meer op de toekomst van infra in Nederland. Een toekomst die gebaseerd is op duurzaamheid.”
Toch houdt de infradivisie ook vast aan bestaande markten, haastte Joosten zich te zeggen. “De regionale bedrijven hebben altijd prima gepresteerd. Het waren altijd de grote projecten die een negatieve impact hadden op het resultaat.”
Achterstand
Wegen, bruggen, fietsbruggen, viaducten; BAM blijft het allemaal bouwen. “We zijn op dit moment met de overheid aan het kijken naar een efficiënte manier om het onderhoud te doen. Er zijn enorme achterstanden in onderhoud. We hebben gezegd: kunnen we dat niet in kaart brengen met elkaar? We zijn heel actief met de lokale en rijksoverheid in gesprek om dat op te pakken.”
Meer nog dan naar omzet gaat BAM bij nieuwe infraprojecten kijken of ze “solide en winstgevend” zijn. En “misschien nog wel belangrijker”, zegt Joosten: er moet een duurzame component in zitten. Als die er niet is, of te mager, doet BAM niet mee, kondigde Joosten aan. “Dat klinkt heel revolutionair, maar je ziet dat klanten zelf ook enorm in beweging zijn.”
Minder beweging zit er op dit moment in de utiliteitsmarkt. BAM rapporteerde over 2022 “teleurstellende” prestaties. Er is sprake van stijgende prijzen, “toeleverancierskwesties” en vertragingen op projecten.
Te laat
Het zijn vooral grote utiliteitswerken die kampen met problemen, zei Joosten. “Toeleveranciers hebben moeite om materiaal te krijgen. Of ze komen in de financiële problemen door de inflatie, waardoor wij vertragingen oplopen.” De problemen zijn volgens Joosten groter dan in de woningbouw. Hij noemt een voorbeeld van een project dat drie maanden te laat is opgeleverd omdat gevelonderdelen en installaties niet op tijd geleverd werden. “Dat gebeurt wel eens op dit moment.”