’Fiscus belast betaaltegoed oneerlijk, bedrag loopt op naar 130 miljoen euro’
Thomas van Ossenbruggen
Aangepast: 49 min geleden2 uur geledenin Financieel
Amsterdam - De Belastingdienst heft vermoedelijk tientallen miljoenen belasting op betaaltegoeden, waardoor Nederlanders belasting betalen over rendement dat ze niet krijgen. Experts twijfelen aan de juridische houdbaarheid en verwachten rechtszaken tegen de fiscus.
In 2021 werd de fiscus al teruggefloten door de Hoge Raad, omdat het spaarders oneerlijk belastte. De Belastingdienst ging er namelijk vanuit dat zij dezelfde rendementen behaalden als beleggers, terwijl een spaarrekening destijds nauwelijks rente opleverde.
In 2021 werd de fiscus al teruggefloten door de Hoge Raad, omdat het spaarders oneerlijk belastte. De Belastingdienst ging er namelijk vanuit dat zij dezelfde rendementen behaalden als beleggers, terwijl een spaarrekening destijds nauwelijks rente opleverde.
Zo’n twee miljoen Nederlanders moeten over 2023 vermogensbelasting betalen: een belasting over rendement dat zij met hun vermogen behaalden, bijvoorbeeld met hun spaargeld. Een deel moet echter óók belasting betalen over geld dat in 2023 op hun betaalrekening stond en waarover ze helemaal geen rente kregen.
Bekijk ook:
Alle hens aan dek bij de Belastingdienst: fiscus bereidt zich voor op afschieten herstel spaartaks
De fiscus gooit spaar- en betaaltegoeden bij het berekenen van de vermogensbelasting namelijk op een hoop en gaat ervan uit dat beide vorig jaar 0,92% rendement opleverden. Voor spaarrekeningen komt dit mogelijk in de buurt, maar voor betaalrekeningen niet: de rente op zo’n betaalrekening is in de meeste gevallen namelijk 0%. De Belastingdienst kon woensdag niet inhoudelijk reageren.
„En dat is vreemd”, zegt Cor Overduin, fiscalist bij Grant Thornton. „Want over het geld op een betaalrekening ontvang je helemaal geen rente.” Sterker nog: je bent er geld aan kwijt. Een betaalrekening bij de traditionele grootbanken kost minstens 30 euro per jaar, de rente op zo’n rekening is vrijwel overal 0%.
’Bedrag stijgt naar 130 miljoen euro’
Overduin stelt dat de fiscus over 2023 behoorlijk wat geld binnenhaalt met het belasten van betaaltegoeden. „Volgens onze berekeningen zo’n 75 miljoen euro. Dat is zeker 10% van alle belasting over bank- en spaargeld dat bij de Belastingdienst binnenkomt. In 2024 stijgt het bedrag zelfs naar ruim 130 miljoen euro.”
Robert Schwarz, belastingspecialist bij PwC, noemt geen bedragen. „Maar vast staat dat veel mensen belasting over hun betaaltegoeden betalen. Voor de meeste Nederlanders zijn dat geen schokkende sommen, maar er zijn ook mensen die tienduizenden euro’s op hun bankrekening hebben staan.”
Hoewel de schade per Nederlander waarschijnlijk meevalt, verwacht Schwarz wel dat het belasten van betaaltegoeden voor rechtszaken gaat zorgen. „Er lopen al veel zaken van mensen die vinden dat ze onterecht vermogensbelasting betaalden over rendement dat ze niet hebben behaald. En er zijn ongetwijfeld óók mensen de vinden dat ze ten onrechte belasting moeten betalen over geld op hun betaalrekening. Ik kan me voorstellen dat zij zulke zaken voorleggen aan een belastingrechter.”
Groeiend stapel rechtszaken
Die komen dan bovenop een groeiende stapel rechtszaken, want de belasting op vermogen is voor de Belastingdienst een gigantisch hoofdpijndossier. In 2021 werd de fiscus al teruggefloten door de Hoge Raad, omdat het spaarders oneerlijk belastte. De Belastingdienst ging er namelijk vanuit dat zij dezelfde rendementen behaalden als beleggers, terwijl een spaarrekening destijds nauwelijks rente opleverde.
Spaarders werden daardoor veel te zwaar belast. De Belastingdienst greep na de uitspraak van de Hoge Raad in en besloot om bij het belasten van vermogen onderscheid te maken tussen beleggingen en spaargeld.
Een woordvoerder van Financiën kon niet concreet ingaan op het belasten van betaaltegoeden, maar gaf wel aan dat het ministerie ’continu bezig is met de vermogensbelasting’. Overigens wordt misschien al snel duidelijk of het belasten van betaaltegoeden in de haak is: over enkele maanden bepaalt de Hoge Raad of de belastingdienst bij het belasten van vermogen gebruik mag maken van fictieve rendementspercentages.