Enkele keren per maand worden wij van verschillende kanten (Universiteit van Michigan, Conference Board etc.) met de neus op de belangrijke relatie tussen het consumentenvertrouwen en de beurzen gedrukt.
Aandeelhouders nemen consumenten namelijk buitengewoon serieus: soms zijn er felle reacties van de koersen op een stijgend dan wel dalend consumentenvertrouwen.
Maar leidt meer vertrouwen ook inderdaad tot meer consumptie? Of is het misschien juist andersom, dat het vertrouwen stijgt als de consumptie toeneemt? U hoeft er geen geleerde boeken of moeilijk leesbare statistieken voor te raadplegen. Kijkt u eens naar de gewone burger zonder aandelen. Er wonen er vast een aantal bij u in de buurt.
Jan Modaal, de nederlandse neef van Joe Sixpack en Otto Normaalverbraucher, is zich sinds vorig najaar regelmatig een hoedje geschrokken. Banken die omvielen of staatssteun nodig hadden (van zijn belastinggeld!), toenemende werkloosheid omdat bedrijven gedwongen in de kosten gingen snijden, bloedstollende griezelverhalen over het instorten van de gehele westerse beschaving. En nu ook nog een miljoenennota die over miljarden gaat - bezuinigingen wel te verstaan - en als een emmer vol zuur over hem uitgestort wordt, terwijl de bonussen gewoon doorgaan.
Alle westerse economiën drijven op massaconsumptie - in het eigen land en, bij een sterk export-georiënteerde economie, ook op die in het buitenland. Als de consumptie daalt dalen de winsten en vervolgens de investeringen. Deze toestand heet depressie. Wil je uit de depressie raken moet eerst de consumptie weer omhoog: daardoor stijgen de omzetten, vervolgens de
winsten en dan ook weer de werkgelegenheid en de investeringen. Dat is allemaal bekend.
Maar hoe zit het nu echt met de dalende of stagnerende consumptie?
Wie wil leven moet consumeren - sinds de late middeleeuwen zijn er in onze streken geen ruilhandel bedrijvende zelfverzorgers meer. Misschien nog even in de oorlogsjaren, maar daarna was het echt gebeurd met het varkentje in het fietsenhok dat met aardappelschillen en eikels
vetgemest werd.
Desondanks heeft de consument de beschikking over diverse strategieën om zijn consumptie aan zijn persoonlijke situatie en verwachtingen aan te passen.
Om te beginnen kan hij een deel van zijn consumptie uitstellen. Dat kan niet als het om de eerste levensbehoeften gaat: eten, drinken, kleding,
wonen. Als de kinderen uit hun kleren groeien moeten er nieuwe gekocht worden. Als de koelkast stuk gaat heb je een andere nodig. Wat je wel uit kunt stellen is de aanschaf van luxe goederen - sieraden, nieuwe meubels, een nieuwe auto terwijl de oude het nog prima doet. Als de buurman dit jaar geen nieuwe auto koopt kun je zelf ook nog wel een jaartje in de oude rijden zonder in de buurt voor Jan-met-de-korte-achternaam te staan. Met dit laatste bedoel ik dus niet "Modaal".
Consumenten kunnen ook op andere wijze hun uitgavenpatroon aanpassen: goedkopere producten kopen in plaats van duurdere, een kleinere auto in plaats van een grote slurper, thuis koken in plaats van uit eten, een korte vakantie in Drenthe in plaats van drie weken Bali Beach Ressort met TUI. Er zijn vele mogelijkheden om minder geld uit te geven.
Ik denk dat op dit moment beide varianten toegepast worden, op grote schaal. In sommige gevallen gedwongen, omdat het inkomen achteruit holt: middenstanders die hun winst hard zien dalen, of werknemers die hun baan verliezen. Maar wat doet de gewone Nederlander, die (nog) niet rechtstreeks door de crisis getroffen is, met deze besparingen? Heel eenvoudig: hij pot op - of hij lost af.
Zodra de doemverhalen in de media zijn basisveiligheid beginnen aan te tasten gaat hij buffers creëren - dat is gewoon een dierlijk instinct, net als een eekhoorn voorraden begint te verzamelen als de dagen korter worden. Naarmate de dreiging van barre tijden toeneemt zal hij, binnen zijn mogelijkheden, méér opzij zetten en zal hij zich wel twee keer bedenken voordat hij een nieuw consumptief crediet opneemt - nog afgezien van het feit dat hij daar steeds meer voor moet betalen. In Amerika zie je dat heel duidelijk. Ze gaan daar eindelijk eens sparen in plaats van alleen maar te lenen. Dat is wel verstandig op micro niveau, maar helaas slecht voor de economie als geheel. Dus breken deskundigen hun hoofd over de vraag hoe ze de consument weer aan het consumeren krijgen. Van vertrouwen alleen immers nemen de winsten niet toe en worden de bonussen niet vet.
Geduld, geduld......het komt helemaal vanzelf, want een mens is ook maar een mens.
Op een gegeven moment komt hij zogenaamd tot de conclusie dat het financiële speklaagje nu wel dik genoeg is om de komende Kondratieff-winter te overleven. Maar in werkelijkheid is hij er gewoon flauw van om steeds op de kleintjes te moeten letten. De menselijke psyche is een raar ding: mensen willen best offers brengen om zichzelf en hun dierbaren meer zekerheid te verschaffen - als het kromliggen maar niet té lang duurt.
Op een zonnige dag beginnen dan de eersten uit de band te springen. Moeder vervalt in een 'shopping spree' en gaat zich te buiten aan een nieuwe outfit; vader heeft geen trek meer in het Euroshopper bier van 44 cent per fles. De beenruimte in de kleine familieauto begint te knellen en de kids zeuren al zo lang om een nieuwe i-Phone - vooruit dan maar, ze hebben er lang op gewacht. Oma gaat weer eens naar de kapper omdat het permanentje er uit gegroeid is. De andere oudjes in het bejaardenhuis kijken in de spiegel, schrikken van de ragebol op hun hoofd en gaan ook weer naar de kapper. De buren zien moeder in haar nieuwe garderobe en vader in zijn nieuwe auto en - vul zelf maar in....
Het balletje gaat rollen. Voor je het weet pakt iedereen de draad weer op en de consumptie is terug van weggeweest.
Zoiets kun je niet sturen. Dat gebeurt gewoon, en helemaal vanzelf. Je hoeft alleen maar af te wachten - als belegger, bedoel ik. De enige voorwaarde is dat de overheid geen roet in het eten gooit door iedereen tot aan de armoedegrens af te knijpen. Als dat niet gebeurt komt het allemaal vanzelf weer goed.
En het vertrouwen dan?
De telefoon gaat. Vader grijpt naar de nieuwe Nokia. University of Michigan speaking.
Vader kijkt even naar moeder, in haar prachtige nieuwe bloesje. Dan kijkt hij naar de fles Heineken op de terrastafel. Op de oprijlaan staat zijn nieuwe BMW station car. "Sure", zegt hij, met een brede grijns: "I think we're doing a lot better than last month."
De verliezers, die hebben moeten afhaken en nu in een public shelter zitten, zijn inmiddels niet meer per telefoon bereikbaar omdat ze geen pre-paid kunnen betalen. Dus: het consumentenvertrouwen stijgt.
---------------------------------------------------------------------------