OPINIE - Henryk Broder - 22/12/12, 16:59
© epa. De uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede op 12 december.
opinie De EU is de meest ver-gaande poging om de burger onmondig te maken sinds het communisme, zegt Die Welt-columnist Henryk Broder. .
Een oud Russisch spreekwoord zegt: 'Er zijn geen lelijke bruiden, er is alleen maar niet genoeg wodka.' Dat geldt niet voor de economie. Een slechte economie kun je niet oppoetsen door te gaan feesten. Je kunt ook niet gezellige kerstliedjes gaan zingen als je weet dat het huis van de buren in brand staat. Dan kun je op je klompen aanvoelen dat het vuur naar je eigen huis overslaat of dat je de dakloos geworden buren moet opnemen en te eten moet geven. Je weet niet wat erger is.
Wij maken de laatste dagen van Europa mee. Zoals Karl Kraus 'De laatste dagen der mensheid' voorzag in zijn monumentale werk uit 1922, zo liggen 'De laatste dagen van Europa' direct voor ons. Of nee, ze liggen er niet gewoon, ze bespringen ons.
Ik heb vorige week de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede aan de Europese Unie gezien, live op televisie. Ik neem aan dat ik de enige ben die dat gezien heeft, want de uitzending vond plaats op een tijdstip dat normale mensen werken. Ik wist niet of ik moest lachen of huilen. De EU onderscheiden omdat ze de vrede in Europa heeft bewaard, is net zo raar als het Leger des Heils onderscheiden omdat het niet in alcohol, drugs, hoeren en wapens is gaan handelen. Verder heeft niet het vreedzame Europa, maar een militaire interventie de vrede gewaarborgd. Als die niet had plaatsgevonden, zaten we vandaag niet zo gezellig bij elkaar.
De toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan de EU deed me ergens aan denken. Precies zo fêteerde het Centraal Comité van de Communistische Partij in de Sovjet-Unie zichzelf. Men speldde elkaar onderscheidingen op en getuigde om beurten van de extreem belangrijke bijdragen die men aan de vrede en veiligheid in Europa en de wereld had geleverd.
Iemand als ik, die de eerste jaren van zijn leven in Polen heeft doorgebracht, blijft altijd licht allergisch voor het begrip 'vrede'. Niet omdat ik voor oorlog ben, maar omdat 'vrede' het alibi is dat elke vorm van barbarij kan rechtvaardigen. Ook de Berlijnse Muur werd ons gepresenteerd als een vrede bewarende, in elk geval onontkoombare maatregel. Er was geen alternatief, zeg maar.
Een dag na de prijsuitreiking in Oslo, de hoofdstad van een land waarvan de bevolking tot twee keer toe de toetreding tot de EU heeft afgewezen, las ik dat er in Brussel tot het laatst toe was geruzied en gemarchandeerd over wie er bij de prijsuitreiking mocht spreken en de onderscheiding in ontvangst mocht nemen.
De voorzitter van de Europese Commissie, Barroso, de voorzitter van de Raad, Van Rompuy, en de voorzitter van het Parlement, Schulz, hadden geprobeerd elkaar de tent uit te vechten. Tot er een compromis werd gevonden. Van Rompuy en Barroso namen de oorkonde samen in ontvangst, maar Van Rompuy mocht hem als eerste aanraken. Vermoedelijk mocht hij hem ook mee naar huis nemen, om hem daar te liefkozen en onder zijn kussen te leggen. Martin Schulz mocht alleen zijn nek uitsteken om er een medaille om te laten hangen. Beter dan niets. En aan het eind was er een groepsfoto die eensgezindheid suggereerde - ook weer een parallel met Sovjet-gebruiken.
Als u een verklaring voor deze ijdelheid van de Brusselse alfamannetjes zoekt, raad ik u aan hun websites te bezoeken. Barroso heeft tenminste nog economische en sociale wetenschappen gestudeerd en is docent aan een universiteit geweest. Zijn sociaal-democraten zijn een conservatieve partij, die in het Europees Parlement deel uitmaakt van de Europese Volkspartij. Hij is minister van Buitenlandse Zaken en premier van Portugal geweest voor hij in 2004 voorzitter werd van de Europese Commissie.
Herman van Rompuy, de eerste permanente voorzitter van de Europese Raad, begon zijn politieke carrière als vicevoorzitter van de jeugdorganisatie van de Vlaamse christen-democraten en verwierf vanwege zijn onopvallende optreden de bijnaam 'de sfinx'. Ook toen hij van december 2008 tot november 2009 minister-president van België was, bleef hij voor de meeste Belgen een onbekende. Welke functie hij als permanente voorzitter van de Europese Raad vervult, is raadselachtig. In zijn agenda voor vorige week donderdag staat: 17 uur: Bijeenkomst om van gedachten te wisselen met de voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz. 17.30 uur: Groepsfoto. 17.45 uur: Eerste werksessie. 20 uur: Werkdiner, gevolgd door een persconferentie.
Wat een spannend en rijk bestaan in dienst van de Europese idee!
De voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz, is een vrolijke Rijnlander, met wie je elke week carnaval zou willen vieren. In zijn vorige leven was hij burgemeester van de gemeente Würselen bij Aken en in deze hoedanigheid, zo lezen we op Wikipedia, 'met name verantwoordelijk voor de bouw van het zwemparadijs Aquana'. Met het oog op de begroting van de stad wordt deze beslissing inmiddels 'kritisch bekeken'. Dat wil dus zeggen dat het zwemparadijs een financieel blok aan het been voor de gemeente is. Maar daarmee heeft Schulz zich wel voor een belangrijke taak in de EU gekwalificeerd.
In zijn kabinet heeft hij een chef de bureau in dienst, een plaatsvervangend chef de bureau, een aantal assistenten en adviseurs; adviseurs van de assistenten en assistenten van de adviseurs, vier persvoorlichters, een woordvoerder, een toesprakenschrijver, een agendabeheerder, een bode, een kamerdienaar en een chauffeur. Bij elkaar 38 medewerkers, die met hem heen en weer rijden tussen Brussel en Straatsburg. Waarlijk de hofhouding van een eurocraat.
Nu wil het toeval dat ik Martin Schulz onlangs heb geïnterviewd. Hij zei: 'Als de EU een staat zou zijn en zou willen toetreden tot de Europese Unie, zou dat verzoek worden afgewezen bij gebrek aan democratisch gehalte.' Zo heeft het Europees Parlement niet het recht wetsontwerpen in te dienen, maar keurt het alleen de besluiten van de Europese Commissie goed. Een van de afgevaardigden die we tegenkwamen, had het over een 'protocolparlement' en moest denken aan de toestanden in de Volkskammer van de DDR. Een commissaris legde ons uit waarom het niet tegenstrijdig was dat de EU de verbouw van tabak subsidieert en tegelijk campagnes over de gevaren van roken financiert. Dat was immers een win-winsituatie waarvan iedereen profiteerde, zowel de tabaksindustrie als de rokers. Bovendien vielen de tabakssubsidie en de anti-rookcampagnes onder aparte commissarissen.
Ik heb geen illusies meer. De EU lost geen problemen op, maar is zelf een probleem. Sinds het einde van het communisme is de EU de meest vergaande poging om burgers onmondig te maken en de samenleving te ontdemocratiseren. Steeds wordt ons verteld dat er geen alternatief voor de EU is, want het uiteenvallen van de Unie zou niet alleen het einde van de welvaart betekenen, maar ook oude conflicten doen oplaaien.
Dat is een oproep ons blindelings toe te vertrouwen aan degenen die de EU-kar uit de bocht hebben laten vliegen en ons nu verzekeren dat ze hem kunnen repareren. Maar zouden we een dokter die in plaats van onze amandelen onze blindedarm heeft verwijderd een tweede kans geven? Nee, dat zouden we niet doen. Maar als het om Europa gaat, modderen we door, niet omdat we ervan overtuigd zijn dat het goed is, maar omdat we het point of no return voorbij zijn.
Martin Schulz mocht alleen zijn nek uitsteken om er een medaille om te laten hangen
Henryk Broder is columnist van Die Welt. Dit is de bekorte versie van een kersttoespraak.