Huizenprijzen ondanks corona naar record, maar dip in Amsterdam
De verkoopprijs van de gemiddelde verkochte ‘bestaande’ woning is in coronajaar 2020 gestegen met 12 procent naar 365 duizend euro. De verkoopprijs van nieuwbouwhuizen steeg met 9 procent naar 421 duizend euro. Dat maakt makelaarsvereniging NVM donderdag bekend.
Marc van den Eerenbeemt 14 januari 2021, 09:00
Bouwwerkzaamheden op de Zuidas in Amsterdam. ©Hollandse Hoogte / C. Barton van Flymen
In Amsterdam daalden de verkoopprijzen. In het centrum noteerden makelaars een daling van de gemiddelde transactieprijs van 7 procent. In de stadsdelen Zuid, West en Oost was dat respectievelijk 4 procent, 1 procent en 2 procent. Ook de vraagprijzen daalden; in het centrum met 6 procent, in Zuid met 5 procent en in Oost met 3 procent. Het aantal te-koopbordjes nam toe.
In het centrum kan een kandidaat-koper kiezen uit ruim vijf woningen. In heel Nederland, waar de woningmarkt door de makelaars wordt bestempeld als bijzonder krap, zijn dat twee woningen. De NVM schrijft de dip in Amsterdam toe aan het al hoge prijsniveau en het aanbod van veel appartementen. ‘Daardoor is de sterkste stijging er uit’, aldus een persbericht. ‘Bovendien trok Amsterdam als gevolg van de coronacrisis minder ‘internationals’ (buitenlandse kenniswerkers).’
In de hele NVM-regio Amsterdam (inclusief Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Abcoude) ging de gemiddelde transactieprijs wel omhoog, met 3 procent. Dat is wel de laagste stijging van alle regio’s in Nederland. De gemiddelde verkoopprijs was er in het laatste kwartaal van het afgelopen jaar 493 duizend euro.
Oost-Nederland
In heel Nederland steeg de prijs van vrijstaande woningen het hardst, met 14 procent in een jaar tijd. De prijsstijging van appartementen in een jaar tijd bleef net onder de 10 procent. De vraagprijs van de gemiddelde te koop staande woning komt uit op 486 duizend euro, een stijging van 9,3 procent in een jaar. In dezelfde periode daalde het aantal dagen dat een woning gemiddeld te koop staat met 32 dagen naar 117 dagen.
De regio’s waar de prijzen het hardst zijn gestegen zijn Hardenberg in Overijssel met 22 procent en Zutphen met 21 procent. Volgens de makelaars past dit in de stijgende belangstelling van verhuizende Randstedelingen voor Oost-Nederland. In de vier grote steden stegen de prijzen met 12 tot 15 procent, behalve in Amsterdam.
Oorzaken
De aanhoudende krapte op de woningmarkt, de onverminderd sterke vraag en het beperkte aanbod van bestaande en nieuwe woningen zijn volgens de makelaars de belangrijkste oorzaken van die prijsstijging. In de laatste drie maanden van het afgelopen jaar was volgens de NVM zelfs sprake van de krapste woningmarkt van deze eeuw. Dat betekent dat er maar weinig huizen te koop staan. Op een dag als 15 november waren dat er bijvoorbeeld niet meer dan 26 duizend.
De kandidaat-koper kon daarmee kiezen uit ‘minder dan twee huizen’. De zogenoemde krapte-indicator van de vereniging stond op 1,9. NVM-makelaars (die zo’n 70 procent van de markt in handen hebben) verkochten in oktober, november en december ruim 41 duizend woningen en over het hele vorige jaar 154 duizend.
Nieuwbouw
Over heel 2020 verkochten de NVM’ers 20 procent meer nieuwbouwhuizen dan in het jaar daarvoor. Die extra verkoop is volgens de vereniging ‘een correctie van een tegenvallend 2019. Remde in dat jaar de stikstof- en PFAS-problematiek de nieuwbouwproductie aanzienlijk, in 2020 was daar nauwelijks sprake meer van.’ Voor het komend jaar verwacht de vereniging echter weer lagere productiecijfers.
De vereniging dringt aan op meer nieuwbouw. Al werden vorig jaar 75 duizend woningen opgeleverd, dat is ‘niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat, waardoor het grote woningtekort verder is gestegen.’ Als gevolg van de coronacrisis en het vele thuiswerken zullen de komende twaalf maanden minder nieuwe woningen worden voltooid, vreest de NVM. Nu heeft de kandidaat-koper nog relatief veel keuze bij het uitzoeken van een (duurder) nieuwbouwhuis. Een consument kan kiezen uit ongeveer vijf woningen.
Tegelijkertijd zouden gemeenten zich minder moeten richten op binnenstedelijk bouwen. ‘De gemeenten kunnen soms denken dat consumenten graag naar appartementen in het centrum van een gemeente willen verhuizen’, zegt Lana Gerssen, voorzitter van de NVM-vakgroep Wonen in een persbericht. ‘In de praktijk zien wij dat mensen nu juist graag naar de rand van de stad trekken en een extra kamer of een huis met een tuin willen.’