Treasury Bond schreef op 5 april 2019 11:20:
De inktzwarte kant van Het Rode Kruis
De organisatie zit tot haar nek in pro-Palestijns en anti-Israëlisch activismeopiniez.com/2017/06/25/de-inktzwarte-...Er stond vandaag een meet-up meisje aan mijn deur dat opgewekt met haar collectebus schudde. Of ik iets zou willen doneren aan het Rode Kruis. Nou nee, ik geef nooit iets aan het Rode Kruis hield ik haar voor. Ze bevroor en zocht met open mond naar woorden.
Het Rode Kruis is immers een heilig instituut. En tegen een Rode Kruis-engel zegt niemand nee. Ik wel, en ik zal alle engelen en deugdonoren onder u uitleggen waarom.
Titelfoto: Croixrouge_logos by Julius Kusuma is licensed under CC BY-SA 3.0
Tweede Wereldoorlog
Na de dood van oprichter Henri Dunant – door Theodor Herzl betiteld als de eerste christelijke zionist – is het Rode Kruis veranderd in een organisatie doortrokken van oud-Europese Jodenhaat en moderne anti-Israël sentimenten. In de Tweede Wereldoorlog koos het Rode Kruis-bestuur voor collaboratie met de Duitse bezetter. Joodse medewerkers werden ontslagen, Joodse vrijwilligers aan de kant gezet en Joodse bloeddonoren uit de bloedtransfusiediensten geschrapt. Joodse oorlogsslachtoffers kregen geen hulp. Niet in Nederland, niet in Europa noch in de concentratiekampen.
Oostfront
Alleen niet-Joden ontvingen voedselpakketten, bijstand en medische zorg. Rode Kruis-medewerkers bezochten Auschwitz, Theresienstadt en Buchenwald zonder de Joodse gevangen bij te staan of anderszins te helpen. Het Rode Kruis was op de hoogte van hun lot. Het wist van de gaskamers en de massamoorden maar heeft met deze wetenschap niets gedaan. In 1942 vertrokken 240 speciaal opgeleide Nederlandse Rode Kruis-medewerkers op verzoek van de Duitsers naar het Oostfront. In de buurt van Kiev werd een mobiel veldhospitaal ingericht. Tot aan de bevrijding zouden vele (Nederlandse) Rode Kruis-medewerkers medische bijstand verlenen aan het front. Dat het Rode Kruis een tweede Nobelprijs voor de Vrede ontving in 1944 zegt meer over de kwaliteit van deze Vredesprijs dan de verrichtingen van het Rode Kruis.
150-jarig bestaan
Na de bevrijding liet het Rode Kruis de Joodse overlevenden opnieuw in de steek. Het wachten beu zijn velen lopend en strompelend huiswaarts gekeerd. Vorige maand vierde het Rode Kruis in de Haagse Ridderzaal, in aanwezigheid van Koning Willem-Alexander, prinses Margriet en een flink aantal deugende Nederlanders, haar 150-jarig bestaan. De NOS pakte flink uit met twee TV-uitzendingen, een documentaire en een rechtstreeks verslag. Ook het inktzwarte oorlogsverleden werd even aangestipt. Er moesten lessen worden geleerd, lessen voor de toekomst klonk het vroom.
warme ontvangstdeken voor vluchtelingen en migranten uit islamitische landen
NIOD-onderzoek
Het NIOD kreeg in 2013 opdracht om onderzoek te doen naar deze duistere periode en publiceert op 1 november a.s. de bevindingen. Is 72 jaar na dato niet wat laat om lessen te trekken uit deze weerzinwekkende geschiedenis? Had dat niet wat eerder gekund? Toch lijkt het huidige tijdstip voor zelfonderzoek bij nadere beschouwing goed gekozen. Het boetekleed dat voor het Rode Kruis in de maak is kan onder het motto ‘Dit Nooit Meer’ tevens dienst doen als warme ontvangstdeken voor vluchtelingen en migranten uit islamitische landen. Zij zijn immers de nieuwe Joden. De nieuwe vluchteling wast het vuile verleden schoon.
Islamitische Halve Maan
Het Rode Kruis heeft iets met de islam. Naast het Kruis is ook de islamitische Halve Maan sinds 1929 een officieel erkend embleem. Beide symbolen worden door het Internationale Rode Kruis afzonderlijk en in combinatie gebruikt. Het Kruissymbool deed de islamitische landen te veel denken aan kruisvaarders. Zij bedongen hun eigen embleem, de Halve Maan zoals afgebeeld op de vlag van het oude Ottomaanse kalifaat. Vreemd is wel dat de Rode Davidster van de Israëlische hulpdienst Magen David Adom in 1948 onmiddellijk werd afgekeurd door het Rode Kruis als te religieus, te aanstootgevend en niet neutraal genoeg. Tot op de dag van vandaag verbiedt de organisatie het gebruik van de Rode Davidster buiten de pre-1967 grenzen maar staat het gebruik van de islamitische Halve Maan overal ter wereld toe.
Israel
Pas na zestig jaar soebatten en dreiging van het Amerikaanse Rode Kruis om de betalingen aan het hoofdkwartier in Genève stop te zetten, kwam het Rode Kruis in 2006 een beetje in beweging. Israël mocht onder strikte voorwaarden lid worden van de Rode club. Het Rode Kruis ontwierp speciaal voor dit doel een neutraal, religievrij embleem: het Rode Kristal. Verder besloot men dat Israëlische hulpdiensten alleen nog mochten opereren binnen de pre-1967 grenzen. Om de islamitische lobby tegemoet te komen werden tegelijkertijd de Palestijnse Halve Maan-organisatie en de staat Palestina officieel erkend en zonder mitsen en maren opgenomen in de Rode Kruis-gemeenschap.
geen internationale organisatie, maar een Zwitserse privé-onderneming
Zwitserse privé-organisatie
Het Internationale Comité Rode Kruis (ICRC) is ’s werelds grootse humanitaire organisatie. In tegenstelling tot wat velen denken is het ICRC geen NGO en ook geen internationale organisatie, maar een Zwitserse privé-onderneming. Het kent geen open en democratisch gevormde bestuurscultuur. Het woord Internationaal slaat niet op het lidmaatschap, maar op het werkterrein van de organisatie. Alleen Zwitsers mogen toetreden tot het bestuur van het ICRC. Besluitvorming vindt plaats achter gesloten deuren. Communicatie met de buitenwereld wordt verzorgd door een team topadvocaten en sluwe taalkundigen wier taak het is taal te gebruiken om zaken te verhullen inplaats van te onthullen.
Privileges
Het ICRC kent in Zwitserland en elders in de wereld veel door wetgeving of verdragen verkregen privileges, zoals immuniteit, belasting ontheffingen en vrij vervoer van goederen. Het ICRC krijgt grote sommen geld van de Nationale Rode Kruis-donoren, internationale organisaties als de EU en van alle 196 leden van de zogeheten Geneefse Conventie. Het ICRC beheert en interpreteert de Geneefse Conventies, verdragen die van 1864 tot 1949 zijn geformuleerd in Genève en die, als onderdeel van het internationaal humanitair recht, de rechtsregels bepalen ten tijde van gewapende conflicten. ICRC-medewerkers treden op als beschermengelen van internationale mensenrechten.
Internationaalrechtelijke taken
Het is op z’n zachtst gezegd nogal merkwaardig dat een ondoorzichtige en ondemocratische privé-organisatie als het ICRC zo’n grote rol kan spelen binnen het zo geroemde, transparante Internationaal Recht. Dit ICRC geniet sinds 1990 binnen de VN een speciale status. Het adviseert staten en toetst conflicten en partijen aan de door hen beheerde Geneefse Conventies. Zo was het ICRC de eerste partij die na de Zesdaagse Oorlog in 1967 sprak van bezette gebieden. In Tibet, de Sahara of op Cyprus is er volgens het ICRC geen sprake van bezetting. En ook al heeft Israël de Gazastrook jaren geleden verlaten, toch is het volgens het ICRC nog steeds bezet gebied. (Lees deze discussie en het glasheldere antwoord van de rechtsgeleerde Avi Bell)