‘Geen openheid, dat is een patroon bij Mark Rutte’
=======================================
Val kabinet Is de Toeslagenaffaire demissionair premier Mark Rutte aan te rekenen? Drie politicologen over de kabinetsval. „Rutte verdedigt een verouderd systeem.”
Guus Valk
17 januari 2021 om 22:42
Leestijd 3 minuten
Toen premier Mark Rutte (VVD) afgelopen vrijdag in een persconferentie de val van zijn derde kabinet aankondigde, zag politicoloog Tom Louwerse de premier „schipperen”. Rutte deed alsof niet hij alleen, maar iederéén verantwoordelijk was voor de Toeslagenaffaire. Hij zei: „Als het hele systeem heeft gefaald, kan alleen gezamenlijk verantwoordelijkheid worden gedragen”.
Maar even later rectificeerde Rutte een uitspraak van hemzelf, gedaan in een interview met NRC. In dat gesprek durfde hij niet te zeggen of de affaire een smet op zijn premierschap was: „Daar moet ik over nadenken, of ik daar ja of nee op zeg.” Nu zei hij: „Natuurlijk is dit een kolossale smet op mijn premierschap.”
Hoe zat het nou? Was de Toeslagenaffaire, waarbij de Belastingdienst tienduizenden ouders onterecht als fraudeur behandelde, de premier nu wel of niet aan te rekenen? Rutte was er vaag over. Tom Louwerse, als politicoloog verbonden aan de Universiteit Leiden, zegt: „Deze affaire gaat over het functioneren van overheid en politiek. Het is niet gek de baas van het kabinet daar direct verantwoordelijk voor te houden. Het gaat niet om de details van het dossier, maar wel om de coördinatie van het beleid. Dat is de taak van de premier, en daar ging het mede fout. Deze crisis heeft bovendien lang kunnen dooretteren, onder zijn directe verantwoordelijkheid.”
Afstandelijke toon
Drie politicologen praten op verzoek van NRC over de val van het kabinet, en Ruttes rol in de Toeslagenaffaire. Naast Tom Louwerse zijn dat Tom van der Meer, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam, en Merijn Oudenampsen, verbonden aan diezelfde universiteit.
Tom van der Meer viel het op dat Rutte afstandelijk praatte over de affaire. „Hij gebruikte de passieve vorm, alsof het niet alleen de getroffen burgers, maar ook hem was overkomen. Maar op twee manieren raakt de Toeslagenaffaire het hart van de democratie. Ten eerste zijn burgers ten onrechte door de overheid behandeld als fraudeur. En er bleek van alles mis met de informatievoorziening aan de Tweede Kamer en de pers.”
Juist dat laatste gebeurde vaker in het tijdperk-Rutte, zegt Van der Meer, bijvoorbeeld na het bombardement op de Iraakse stad Hawija en de bonnetjesaffaire. „Het is een patroon in Ruttes premierschap dat er geen openheid gegeven wordt, of dat dat niet direct of volledig gebeurt. Dat is een bewuste keuze. Rutte kan zich niet achter regelingen verschuilen.”
Merijn Oudenampsen noemt Ruttes optreden in de Toeslagenaffaire „niet heel verbindend”. „Hij verdedigt een verouderd systeem. Je merkte hoe onhandig en onpraktisch hij het vindt dat hij hiervoor moest aftreden. Hij leek niet bezig met het publieke belang. De kwestie is voor hem ingewikkeld. Het was jarenlang heel sterk VVD-beleid om potentiële fraudeurs keihard aan te pakken. De VVD is nu ook voor uitbreiding van de sociale zekerheid en hoor je minder over hard aanpakken van misbruik, maar bij Rutte was dat niet te merken.”
Sociale zekerheid is afhankelijk van de politieke mode, zegt Oudenampsen. Tot de jaren tachtig was de overheid genereus, daarna ontstond het idee dat de verzorgingsstaat geen ‘vangnet’ maar een ‘springplank’ naar werk moest zijn. In de jaren negentig, tijdens de Paarse kabinetten van PvdA, VVD en D66, werden voorzieningen soberder en aan meer voorwaarden verbonden. Oudenampsen: „Universele regelingen werden bovendien inkomensafhankelijk, waardoor de overheid een heel meetsysteem moest optuigen om te bepalen wie waar recht op had.” De invloed van drie kabinetten-Rutte, zegt hij, was dat „de activerende overheid een repressieve overheid werd”.
Onder Rutte ontstond grote aandacht voor uitkeringsfraude, bijvoorbeeld onder Bulgaren. „Fraudebestrijding kreeg steeds meer een etnische connotatie. ‘Welfare chauvinism’ heet dat. Wel voor sociale voorzieningen zijn, maar niet voor het recht dat iedereen daarop heeft.” De Belastingdienst onderzocht duizenden mensen met een dubbele nationaliteit strenger op fraude.
‘Mentaliteitsverandering hard nodig’
De VVD, als laatste grote machtspartij niet blind voor de stemming in het land, ziet nu dat kiezers anders zijn gaan denken over de verzorgingsstaat. Oudenampsen: „Er is een kantelpunt bereikt. Partijen zeggen niet langer dat alles strenger en minder moet, de coronacrisis leert dat we juist een uitgebreidere verzorgingsstaat nodig hebben. Alleen aan Ruttes toon was dat deze week niet te merken.”
Het gebrek aan openheid van het kabinet was een van de belangrijkste kritiekpunten van de parlementaire onderzoekscommissie-Van Dam, dat het rapport ‘Ongekend onrecht’ schreef. Rutte verdedigde in zijn hoorzitting nog de zogeheten ‘Rutte-doctrine’, die er volgens hem op neer komt dat ambtelijke discussies of andere interne stukken niet openbaar worden. Vrijdag kondigde Rutte aan dat de overheid „transparanter” gaat werken.
Tom Louwerse noemt deze belofte van Rutte „nog weinig concreet”. „De argumenten tegen openheid die Rutte aandroeg, leven sterk bij de VVD en het CDA, al probeert Pieter Omtzigt daar de kant van meer openheid op te gaan. Ik hoop dat er een brede mentaliteitsverandering ontstaat, dat is hard nodig.”
PRAAT MEE MET NRC
Onderaan dit artikel kunnen abonnees reageren. Hier leest u meer over reageren op NRC.nl .
Mark Rutte, zegt Tom van der Meer, „heeft de laatste jaren steeds gebruikgemaakt van een Haagse cultuur waarbij bestuurlijke waarden belangrijker gevonden worden dan democratische waarden”. Hij bedoelt daarmee dit: „Den Haag is gericht op de stabiliteit van het landsbestuur. Democratische controle en transparantie zijn daaraan ondergeschikt. Dat zie je terug in gedetailleerde regeerakkoorden en coalitieafspraken, waarbij het parlement gebonden wordt aan afspraken vooraf. Rutte is behendig in dat spel. Maar democratie heeft ook scherpe controle nodig, die raakt nu te vaak ondergeschikt.”
Rol van de Kamer is te klein
Rutte maakte zijn aftreden bekend voordat hij verantwoording over de Toeslagenaffaire zou afleggen in de Tweede Kamer. Dat doet hij deze week. In zijn persconferentie zei hij bovendien dat „de kiezer moet beslissen” of hij nog geloofwaardig is als VVD-lijsttrekker en premier van een vierde kabinet. Van der Meer: „Hij sloeg, heel tekenend, een cruciale stap over. De regering legt primair verantwoording af aan het parlement, niet aan de kiezer.”
Als de blik van kiezers op de verzorgingsstaat én op de overheid zo is veranderd, kan de Toeslagenaffaire een probleem worden voor Rutte als lijsttrekker? Niet meteen, zegt Tom Louwerse. Andere centrumrechtse partijen hebben zich, met uitzondering van individuen als Pieter Omtzigt, hier nooit hard tegen uitgesproken. „Een deel van de rechtse kiezers zal het wellicht niet fraai vinden, maar heeft weinig alternatieven. Een groot deel van de Tweede Kamer heeft zich nooit fundamenteel tegen dit systeem verzet.”
Lees ook deze reconstructie van de val van het kabinet: Plots hoorden de coalitiepartners niets meer van Rutte