Een anekdote over hoe treurig het vroeger was.
Mijn vader ( 90 jaar en jongste van 11 kinderen) vertelde me vorig weekend hoe zijn ouders de depressie beleefden.
Zijn ouders waren hardwerkende boeren in een huurboerderij en spaarden via de plaatselijke agent van de boerenbank, dat was de enige mogelijkheid in hun dorp.
Begin jaren dertig ging die bank failliet en waren mijn grootouders al hun spaargeld kwijt.
Het jaar daarna kwam de eigenaar, een industrieel uit het naburig stadje, vragen of ze de boerderij wilden kopen, want hij was failliet.
Daarna werd het maandenlang bang afwachten of ze mochten blijven huren van de nieuwe eigenaar.
Einde deel 1.
Twintig jaar later, grootouders ondertussen overleden, vroeg zijn oudste broer aan mijn vader wat hij moest doen met het geld dat hij juist ontvangen had.
Het geld kwam van de Belgische staat en was een compensatie voor het verloren spaargeld.
En hier keek mijn vader mij treurig aan en zei dat het bedrag zo laag was, dat het de moeite niet loonde om het te verdelen.
Was het maar een gedeelte van de totale som? Lag het aan de hyperinflatie van de wereldoorlog of aan de operatie Gutt?
Dat wist mijn vader niet, maar het was wel ALLE spaargeld dat mijn grootouders verloren hadden begin jaren dertig en de nakomelingen hiervan een aalmoes terugkregen begin jaren vijftig.
Hoeft het gezegd? Mijn vader is zeer wantrouwig tegenover banken.
mvg
guy