Waarom Italië z'n eigen broek moet ophouden
13-11-2011 | Laatst bijgewerkt 15:05
Italië zal, ook met een nieuw zakenkabinet, grotendeels z'n eigen boontjes moeten doppen. Want van het noodfonds voor de euro hoeft het land niet veel te verwachten.
De Italiaanse staatsschuld is met 1.900 miljard euro, 120 procent van het bruto binnenlands product, enorm te noemen. Dit zou op zich niet problematisch hoeven te zijn, als de Italianen niet op korte termijn naar de kapitaal markt zouden moeten om te herfinancieren tegen de huidige (vrijwel ondraaglijk hoge) rentepercentages.
Helaas moet Rome het komende jaar ongeveer 300 miljard euro aan staatsschuld herfinancieren, blijkt uit cijfers van de Italiaanse centrale bank.
Stel dat het de beoogde nieuwe premier, Mario Monti, niet lukt om het vertrouwen van de beleggers terug te winnen en dit geld niet op de conventionele manier uit de markt gehaald kan worden, dan moet het land elders de hand ophouden. Bijvoorbeeld bij het Europese noodfonds EFSF.
Het noodfonds staat klaar om Italië bij te staan waar nodig, was de boodschap die de baas van het EFSF vrijdag tegenover zakenkrant Financial Times naar buiten bracht. Een loze belofte, want het fonds is daar helemaal niet to in staat.
Hoe het noodfonds werkt
Het EFSF is gevuld met garantstellingen van de deelnemende landen, uitgezonderd landen die noodhulp krijgen. Bij elkaar opgeteld staan de landen die meedoen garant voor zo'n 726 miljard euro.
Met behulp van die garanties geeft het EFSF leningen uit, het geld dat hiermee binnenkomt vloeit naar landen die steun krijgen uit het fonds. Om beleggers zo gek te krijgen dat ze het noodfonds geld uitlenen gaat het fonds prat op zijn AAA-status: de hoogste kredietwaardigheid. Die status heeft het omdat 62 procent (451 miljard euro) van de totale garantstellingen van het fonds van solide landen komen met een dergelijke rating.
Dit zijn: Nederland, Luxemburg, Duitsland, Finland, Frankrijk en Oostenrijk. Om zeker te zijn van de veiligste rating heeft, zegt het EFSF in een presentatie voor beleggers dat het uitgaat van een feitelijke leencapaciteit die drievijfde van de totale garantstelling bedraagt. Hierdoor komen we op een leencapaciteit van 440 miljard euro uit, net iets minder dan de totale garantstelling van triple A landen. Dat ziet er dus hartstikke veilig uit. Maar schijn bedriegt.
Wat als de Italianen aankloppen?
Wat gebeurt er als Italië een beroep moet doen op het noodfonds? Dan kan het land natuurlijk niet meer zelf meedoen met garantstellingen. En dat hakt er diep in.
Met 139 miljard, is Italië na Frankrijk en Duitsland de grootste deelnemer aan het fonds. De totale garantstellingen dalen naar 586,7 miljard euro wanneer Italië wegvalt.
Hanteer je de huidige systematiek voor het bepalen van de leencapaciteit, dan zou het EFSF in totaal nog maar 355 miljard euro kunnen uitlenen aan landen in nood. Trekken we daar de noodhulp die al is toegezegd aan Portugal en Ierland vanaf, dan blijft er nog 115 miljard over voor de Italianen. Daar kunnen ze het, in de huidige situatie, nog geen half jaar mee uitzingen. Dit staat nog los van de nieuwe verzekeringsconstructies die bij de eurotop van 27 oktober zijn bedacht.
Rating Frankrijk
Maar zelfs dat is misschien nog een te rooskleurige inschatting van wat er gebeurt als Italië de hand moet ophouden bij de buren? Drie keer raden welke land er het meest is blootgesteld aan Italiaans staatspapier.
Uit de gegevens van de Bank of International Settlements blijken Franse banken enorm veel Italiaans staatspapier te hebben, met een totaal van 412 miljard dollar (290 miljar euro) eind juni van dit jaar. Nederlandse financiële instellingen hebben volgens de gegevens overigens zo'n 37 miljard euro aan Italiaans papier in handen.
Als het de nieuwe Italiaanse premier de komende tijd niet lukt om stevig orde op zaken te stellen in De Laars, dan plukt de Franse financiële sector daar dus ook de zure vruchten van.
Extra vervelend wanneer je bedenkt dat de Fransen al op de nominatie staan voor een downgrade van de kredietbeoordelaars (Moody's bijvoorbeeld).
Frans risico
Stel nou eens dat de kredietwaardigheid van Frankrijk wordt verlaagd, en dat land de AAA-status verliest. Dan wordt nog maar 40 procent hiervan door AAA-landen gedekt.
Als je als leidraad neemt dat feitelijke leencapaciteit van het fonds de garantstelling van AAA-landen niet mag overschrijden, slinkt de leencapaciteit naar 293 miljard euro. Dan blijft er dus nog minder over voor de Italianen om eventueel een beroep op te doen.
Kortom: in de huidige vorm is het noodfonds geen vangnet voor Italië. Het land zal zelf orde op zaken moeten stellen. Want vooralsnog ziet het er niet naar uit dat de Europese Centrale Bank (ECB), met de Italiaan Draghi aan het hoofd, als alternatieve suikeroom wil bijspringen.