Schaliegas is game changer
Amerikaanse chemische industrie investeert weer
In de Verenigde Staten vindt grootschalige winning van schaliegas plaats. Hierdoor zijn de kosten van ethaan, grondstof voor de chemische industrie nu zó laag dat investeren in nieuwe installaties weer rendabel wordt. Of dat in Europa ook gaat gebeuren is de vraag. De winning van schaliegas stuit nog op de nodige weerstand.
In de Verenigde Staten wordt schaliegas gezien als game changer voor de chemische industrie. Tussen 2005 en 2010 groeide de productie van dit onconventionele gas met 45 procent per jaar, en inmiddels voorziet het in een kwart van de behoefte aan aardgas. Er zijn zelfs plannen om terminals (die oorspronkelijk zijn gebouwd om geïmporteerd Liquefied Natural Gas (LNG) om te zetten in aardgas) om te bouwen zodat ze aardgas kunnen omzetten in LNG voor de export.
De petrochemische industrie speelt actief in op de groeiende gasproductie, zo blijkt uit een vorig jaar verschenen rapport van de American Chemistry Council. Waar de stijgende gasprijzen tussen 2002 en 2009 de investeringen en de bijbehorende bedrijvigheid vooral richting Midden-Oosten stuurden, leidt de dalende gasprijs ertoe dat bedrijven nu weer investeren in de Verenigde Staten.
Miljardeninvesteringen
ExxonMobil gaat bijvoorbeeld miljarden investeren in de uitbreiding van zijn petrochemische complex in Baytown, Texas. Onderdeel van de uitbreiding is een nieuwe ethaankraker om te kunnen profiteren van groeiende beschikbaarheid van aardgas. Ook Dow Chemical wil de kraakcapaciteit uitbreiden, terwijl Shell Chemicals zijn installaties in Texas en Louisiana momenteel geschikt maakt voor ethaan.
Als het alleen gaat om winbare hoeveelheden lijkt schaliegas ook een game changer voor de Europese chemische industrie. Volgens schattingen van het Internationaal Energie Agentschap zijn de technisch winbare reserves in Europa namelijk voldoende voor 250 jaar. Schattingen voor Nederland variëren van een paar honderd tot 3000 miljard kubieke meter. In het gunstigste geval is er dus sprake van een gasbel met de omvang van die in Slochteren. Maar waar de Groningse gasbel indertijd met gejuich werd ontvangen, stuit de winning van schaliegas in Europa nog op de nodige maatschappelijke weerstand. Frankrijk en Bulgarije hebben zelfs een moratorium ingesteld. Alleen in Engeland en in Polen wordt actief geboord, maar dat komt ook omdat de huidige Poolse regering er veel aan gelegen is om de afhankelijkheid van Russisch aardgas drastisch te verminderen.
In Nederland werden de eerste vergunningen voor het doen van proefboringen in 2009 verleend aan het Britse bedrijf Cuadrilla. De boortorens waren echter nog niet gebouwd of de omwonenden en de Rabobank (die in de directe omgeving een datacentrum heeft) stapten naar de rechter. Vervolgens besloot minister Verhagen tot een consultatieronde onder belanghebbenden om de mogelijke risico’s in kaart te brengen. Deze is onlangs afgerond, waarna een onderzoeksbureau wordt aangetrokken om alle vragen te beantwoorden. Resultaten worden niet voor het eind van het jaar verwacht, en tot die tijd worden er geen vergunningen gegeven.
Brandend kraanwater
Een van de belangrijkste bezwaren tegen de winning van schaliegas is dat de gebruikte methode zou leiden tot vervuiling van grondwater. In de Amerikaanse documentaire Gasland worden beelden getoond van kraanwater dat vlam vat als je er een aansteker bij houdt. Volgens de makers van de film komt dat doordat er schaliegas uit de ondergrond in een zelfgeslagen drinkwaterput terecht is gekomen.
Geologen hadden al hun twijfels over deze claim, aangezien het onwaarschijnlijk is dat gas een afstand van enkele kilometers door verschillende soorten gesteenten kan afleggen. Recent is bovendien uit een onderzoek van de staat Colorado gebleken dat het gas in het kraanwater alleen al vanwege zijn samenstelling niet uit de diepe ondergrond afkomstig kan zijn. Inmiddels is duidelijk dat het moerasgas was dat door bacteriën in de ondiepe bodem wordt gevormd. Overigens is het elders wel voorgekomen dat schaliegas in het ondiepe grondwater terecht is gekomen, maar dat kwam vooral door scheuren in de bekleding van het boorgat.
Vervuiling en bevingen
Een ander risico is de vervuiling van bodem en water door de chemicaliën die gebruikt worden bij de winning. Voor een deel gaat het om boorvloeistof, maar daarin onderscheidt de schaliegaswinning zich niet van de winning van conventioneel gas. Hooguit is de kans op vervuiling groter omdat er meer putten worden geboord. Voor een ander deel gaat het om water dat na gebruik weer naar boven wordt gehaald. Dat bevat onder meer verdikkingsmiddelen en chemicaliën die aan het water zijn toegevoegd om corrosie en bacteriegroei tegen te gaan.
Het afvalwater bevat ook stoffen die vanuit de ondergrond meekomen. Dat kunnen organische stoffen zijn, zoals benzeen, maar ook radioactieve stoffen zoals radium, radon en uranium. Uit een studie van de US Geological Survey naar het Marcellus-voorkomen (een gebied waar veel schaliegas voorkomt) in Pennsylvania blijkt dat de gehaltes in dezelfde orde van grootte liggen als bij conventionele bronnen van aardgas. Hoewel het afvalwater wordt gereinigd, blijft het niettemin een risico om rekening mee te houden.
Milieudefensie wijst in een brochure ook op de seismische risico’s van de winning van schaliegas. Door water onder hoge druk te injecteren worden scheurtjes in het gesteente gevormd (fracking), wat kan leiden tot kleine aardbevinkjes die onder bepaalde omstandigheden aardtrillingen aan het oppervlak veroorzaken. Zo vond in het Zwitserse Basel in 2006 een lichte aardbeving plaats als gevolg van het injecteren van water onder hoge druk op een diepte van enkele kilometers. In dit geval gebeurde dat overigens niet voor de winning van schaliegas, maar voor de winning van aardwarmte.
Lichte aardbevingen zijn ook bij de winning van conventioneel aardgas niet ongewoon, zoals de inwoners van Groningen en Drenthe inmiddels weten. De vraag is alleen in hoeverre het risico bij schaliegas groter is. De tweede vraag is of er gebieden zijn, zoals in Limburg en Oost-Brabant, waar je misschien beter geen fracking kunt toepassen omdat die van nature al gevoelig zijn voor aardbevingen. De les van de gasbel in Groningen is in ieder geval dat je de mogelijkheid van aardbevingen beter kunt onderkennen dan ontkennen, zoals daar jarenlang gebeurd is.