Klimaat- en Energieverkenning 2021: klimaatdoel 2030 niet in zicht, minder zonnepanelen door vol stroomnet
Het Nederlandse doel om in 2030 49 procent minder uit te stoten dan in 1990 is nog niet in zicht. De uitstoot daalt weliswaar sneller door concreter beleid, maar het volle stroomnet remt de uitrol van zonne-energie.
Dat is de belangrijkste conclusie van het Planbureau voor de Leefomgeving in de 2021-editie Klimaat- en Energieverkenning (KEV).
38 tot 48 procent omlaag
Het PBL stelt in de KEV 2021 dat de broeikasgasuitstoot in Nederland naar verwachting met 38 tot 48 procent daalt in 2030 ten opzichte van 1990. Daarbij gaan de onderzoekers uit van het vastgestelde en voorgenomen beleid. Kanttekening is dat in PBL-berekeningen de op Prinsjesdag aangekondigde extra investering van bijna 7 miljard euro nog niet is meegenomen.
Waar de reductie van de uitstoot in 2020 nog ongeveer 25 procent bedroeg ten opzichte van 1990, en daarmee rond het Urgenda-doel lag, zal dat in 2021 vermoedelijk niet het geval zijn. De verwachting van de onderzoekers is namelijk dat de uitstoot in Nederland weer toeneemt en dit jaar boven het Urgenda-doel uitkomt.
Extra ambities
?Recente plannen, onder meer uit de miljoenennota, kunnen de komende periode bijdragen aan verdere reductie van de uitstoot. De geraamde daling van 38 tot 48 procent is nu fors groter dan in de KEV 2020, die uitkwam op 30 tot 40 procent afname. Dat komt grotendeels doordat er in het afgelopen jaar meer beleid concreet is uitgewerkt voor de industrie en de mobiliteit. Met nog ruim 8 jaar te gaan tot 2030, is het volgens het PBL zaak het bestaande beleid zo voortvarend mogelijk uit te voeren. Daarbovenop vragen het huidige kabinetsdoel en de recent door de Europese Commissie voorgestelde extra ambities om nieuw beleid voor 2030. Ook het doel van 1,5 miljoen verduurzaamde bestaande woningen en gebouwen in 2030 is volgens het PBL door vertraagde uitvoering van het beleidspakket aardgasvrije wijken niet meer realistisch.
Groei vertraagt na 2025
Voor de eerstkomende jaren voorzien de onderzoekers een gezonde groei van de hoeveelheid hernieuwbare energie, maar na 2025 vertraagt de groei. ‘In de periode tot en met 2025 neemt het verbruik van hernieuwbare energie in Nederland fors toe, van 220 petajoule in 2020 tot 411 petajoule in 2025’, aldus het PBL. ‘Er is een sterke toename bij windenergie, zowel op zee als op land, en bij zonne-energie. Daarnaast stijgt het gebruik van biobrandstoffen in de raming met voorgenomen beleid fors door de aangescherpte jaarverplichting voor hernieuwbare energie in vervoer. Na 2025 zwakt de groei af, in 2030 is de hoeveelheid hernieuwbare energie 526 petajoule. Hier zijn verschillende oorzaken voor, zoals geen toename van windenergie op zee omdat er nog geen nieuwe windgebieden op zee zijn aangewezen voor die periode, en een kleinere toename van zonne-energie vanwege beperkingen in de distributienetwerken voor het aansluiten van nieuwe zonnepaneleninstallaties.’