De zalm zwemt stroomopwaarts. Iets in de beleggerspsychologie, of liever het speculantenbrein, zegt altijd weer: ik zie de kans nu, eerder dan de anderen. Dus doe ik het beter dan een ander, want ik durf tegen de trend in te gaan. Een trend wordt namelijk vormgegeven door een heleboel anderen. Van die anderen moeten we niet zo veel hebben, anderen begrijpen er minder van dan wij. Laat die anderen maar. De markt stijgt? Als dat al een hele tijd zo is: short!! Vooruit! Het heeft lang genoeg geduurd. De anderen hebben het nog niet door. Ik wel. Ik ga er tegen in. Ik ga short.
Daalt de markt? Daalt de markt zo maar 10 %? Meer nog? Wij gaan long. Dat kan toch niet duren. Ooit draait het weer. En dan zitten wij er al in. Van de paniek van anderen moet je profiteren. Wij gaan long. Straks is de trein weer vertrokken vrienden. En dan zitten wij er al in. En dan moeten jullie maar zien aan te haken, voor prijzen die al weer heel wat slechter zijn.
Veel speculanten zijn sterke zalmen. Ze houden het heel lang vol, tegen de stroom in. Tot ze hun doel bereiken. Dat doel kan tweeledig zijn: kapot gaan of geld verdienen. De speculant is namelijk ook destructief: hij wil soms gewoon kapot. Voor de zalm is het doel ook tweeledig: hij moet tegen de stroom in om zich te kunnen voortplanten, en als dat is gelukt gaat hij dood. Aardige metafoor.
Sommige speculanten zou je dat graag voorhouden: en dan heb je al dat geld nagejaagd, en je wilde zo graag de beste zijn, met de ene klapper na de andere. En waarom eigenlijk? Wat wilde je met dat geld? Wat wilde je eigenlijk bewijzen? En wat heb je met je leven gedaan? Heeft het speculeren je leven beheerst? Of was er ook nog iets anders? Heb je wellicht met hard werken en goed kiezen een aantal financieel goede jaren meegemaakt, maar er niet van genoten, anderen niet laten delen in je weelde, nee nee, alleen nog maar meer gewild, om op goede dag in één klap, overmoedig geworden, met één foute trade de hele zaak te verspelen? En wat dacht je toen? Ik kan het. Dit is fout gegaan, maar ik begrijp het. Ik begin gewoon weer opnieuw. Ik leer van deze fout. En daar gaan we dan weer. Ondertussen ben je je vrienden kwijtgeraakt, stelt je huwelijk niets meer voor, ben je in geen jaren naar de bioscoop geweest of het theater, want dat interesseert je allemaal niet, geen boek meer gelezen, nee nee. Zwemmen, dat is alles voor je geweest. Tegen de stroom in. Gokken. En als je dood bent, dan spreken er wat mensen op de begrafenis, en die zeggen dan dingen als: hij was een gokker. Of, positiever: hij was een kleurrijk persoon. Maar bij de koffie na afloop is men het er over eens: eigenlijk was dit een treurig geval. Iemand die niets van zijn leven heeft gemaakt. Alleen maar met geld bezig. In de normale zaken in het leven niet geïnteresseerd. Want overal waar hij kwam, moest hij even een mobieltje te voorschijn toveren of een ander device, om te weten hoe de beurs er voor stond en of hij wellicht een actie moest ondernemen. Voor de liefde was deze persoon nogal ongeschikt. Zijn kinderen hadden ook niet zo veel aan hem.