2)
’Het is doodeng’
’Aan het front is het nu vies koud en nat’, schrijft hij. Zijn eenheid dunt uit door ’bedrijfsongevallen’. Zoals een commandant: ’het enige wat ze van hem hebben terug gevonden was de helft van zijn hoofd.’ Van het aanvankelijke enthousiasme klinkt steeds minder door in de berichten. ’Ik schrijf de laatste tijd weinig omdat ik gewoonweg niet weet wat ik moet melden. Ik zou willen dat het einde van de oorlog hier in zicht was, maar ik vrees dat het ergste nog moet komen. Er gebeuren gruwelijke dingen op dit moment en de spanning is om te snijden daar waar we werken. En iedereen waarmee ik werk heeft angst, simpelweg omdat het doodeng is.’
Met een nog half kapot been belandt hij in november opnieuw in de loopgraven. Plaats van handeling is Pisky in Donetsk, een kapotgeschoten spookstad waar de gehaktmolen onafgebroken draait. Pal naast hem twee dode soldaten die al drie maanden tegen elkaar aan liggen. ’Nu de temperaturen dalen, stinken ze gelukkig minder.’ De Russen proberen de stad in te nemen, de Oekraïners slaan terug. Hillebrand en zijn maten belanden ’in de hel’ als er twee granaten op hun positie vallen en ze in paniek moeten terugtrekken. Overal liggen lijken. ’Geheel uitgedroogd, haast als mummies in hun uniformen, één met de mond wijd open gesperd alsof hij geschrokken is van wat hem overkwam.’ Lichamen weghalen gaat niet, want scherpschutters en artillerie liggen altijd op de loer. In het achterland zijn ze bijna verbaasd dat de Nederlander levend terugkeert.
De Russen krijgen op hun falie. ’Zware artillerie is enorm indrukwekkend als je aan het ontvangende deel staat, granaten die rondom inslaan en de stukken metaal die netten en zeilen scheuren waar je onder zit, doden waar je over heen moet stappen die al maanden liggen te verteren als je naar het toilet moet. Wapens die rondzwerven als snoepgoed gestrooid door de pieten van de sint, continu alert moeten zijn waar je je voeten zet vanwege de zogenaamde vlinder-antipersoneelsmijnen die met gemak je halve onderbeen eraf rukken.’
Fans bejubelen hem
Het is geen pretje, schrijft de Zeeuw. Zijn aanvankelijke optimisme krijgt een sarcastisch randje. In januari plaatst hij een foto van zandzakken met pijlen richting Amsterdam en Berlijn, alsof de Russische troepen na maandenlange gevechten om een paar kilometer wel even zullen doorstoten. Een kleine groep Nederlandse fans, die hem bejubelen als held en vrijheidsstrijder, valt hem bij. Ze kunnen niet wachten tot Rusland het corrupte Westen omver werpt. ’De Russische vlag ligt klaar hier’, juicht Liesbeth Blanken uit Zwanenburg, een van Hillebrands supporters. ’Spreek je wel weer als je hier aan de kust staat’, zegt ook Matthijs Hidding, een grondwerker uit de Noordoost-polder die in zijn vrije tijd oefent in de bossen met een airsoft-kalasjnikov.
In het voorjaar begint het Oekraïense tegenoffensief. Hillebrand ziet collega’s deserteren, ’dingen die uit de lucht vallen of ineens voorbij suizen, mensen die je net twee dagen kent die er niet meer zijn.’ De Nederlander zit sinds zijn herstel bij een drone-eenheid bij Avdivka. Na maanden door verrekijkers turen haalt hij een succesje door een gevechtsvoertuig uit te schakelen. ’Wapen in orde gemaakt en toen die hufter een cadeautje gestuurd, 4,5 kilo TNT recht op z’n kont.’
Begin augustus geven de Oekraïners zijn eenheid de volle laag terug. Een Oekraïense drone krijgt Hillebrand en zijn kameraden in de gaten en dan beginnen er artilleriegranaten te vallen, steeds dichter bij hun schuilplaats. Ze vrezen dat de volgende raak is en de schuttersput hun graf wordt. ’Overal rook en stof, rennen, zo hard mogelijk. Een meter of vijf voor mijn maat een inslag, een schreeuw en nog meer rook en stof, om me heen opspattende grond en het gesuis van scherven, ik was heel.’ Hillebrands collega is wel getroffen - scherven door beide kuiten. Hij krijgt pijnstillende injecties en kan alleen nog maar op handen en knieën wegkruipen uit de gevarenzone. Granaten en clustermunitie blijven inslaan, maar de mannen weten toch te ontsnappen. ’Eergisteren in gedachte meerdere malen afscheid genomen van alles waar ik van hou in het leven.’
Paspoort
Is wat Pascal Hillebrand doet verboden? In vreemde krijgsdienst gaan kan je vijftien jaar cel opleveren, maar alleen als Nederland met dat land in oorlog is. Dat is (nog) niet het geval. De kans dat hij terugkeert naar Nederland is klein. ’Eindelijk heb ik ’m’, schrijft hij, terwijl hij een foto omhoog houdt van zijn splinternieuwe Russische paspoort.
Hillebrand wil geen vragen van De Telegraaf beantwoorden.