cune schreef op 24 december 2020 12:52:
VERVOLG :
Zo, dat is eruit. Kunnen we nu naar het oorspronkelijke plan: in kaart brengen hoe Hiddema de ontploffing van Forum beleefde, en waar zijn loyaliteit ligt.
De week die eindigt met het roemruchte teambuildingdiner in Tiel, op 20 november, is een drukke periode. Een week later staat de Justitiebegroting op de Kameragenda. Hiddema wil van zich laten horen op zijn specialisme. Hij zal aanhaken bij een opmerking van Mark Rutte: ook Nederland kent systemisch racisme. Wat Hiddema wil aantonen, is dat juist het omgekeerde bestaat: ‘institutioneel antiracisme’, volgens hem ‘een geweldig verdienmodel’. ‘Ik heb mensen van Forum alle subsidiepotjes van gemeenten laten doorlichten. Racisme kun je niet uitbannen zolang die geldkraantjes van institutioneel antiracisme openstaan.’
Ontkent u dat er racisme is bij het toekennen van huizen, in het onderwijs, bij sollicitaties?
‘Dat is meestal een imagoprobleem dat niet met racisme te maken heeft. Er is beeldvorming rond bevolkingsgroepen. Hoor je bij een groep die bekendstaat als hardwerkend, braaf, slim en volgzaam, dan denkt iedereen: laten we die maar doen. Natuurlijk, er zullen heus wel racisten… En misschien dat die heisa rond Black Lives Matter voor meer verholen racisme zorgt.’
Om een praktisch voorbeeld te geven. Die treintweet…
‘Laat me nou even dit blok afmaken.’
Dan word ik uw secretaris, dat is niet de bedoeling.
‘Bram, grijp in, hij ontspoort. Nou, wilt u nog een kop koffie?’
Hij loopt naar de keuken, komt terug. ‘Ik snap je wel. Maar je zit hier ook als degene die erachter gaat komen wat mijn beweegredenen zijn.
‘Goed, het was vrijdagmiddag, ik zat me aan een keukentafel vol papieren te verkneukelen en kwam al op 4 miljoen euro totale bullshitsubsidie. Staat Baudet hier op het raam te tikken: Theo, kom, we gaan naar Tiel.
‘Ik zou niet gaan, had ik al gezegd. Vanwege die begrotingsbehandeling, maar ook omdat ik niet hou van bijeenkomsten met wederzijdse schouderklopjes. ‘Sinds mijn weduwnaarschap ben ik ontvankelijk voor een zekere tristesse. Je moet me niet vrijdagavond in de donkerte drie uur in een autootje zetten, op weg naar de eerste etage van een ouwe loods in een industriewijk. Geen denken aan, heb ik opnieuw gezegd.
‘Ik denk dat hij chagrijnig is afgereisd. In Tiel treft hij de toptien van zijn lijst, hun intellectuele bijdrage vindt hij op dat moment niet imponerend. Of misschien kan hij zelf niet intellectueel domineren. Dan wordt hij kriegelig en zegt in een reactie iets als: nou als dat zo is, ken ik alleen antisemieten.
‘Dat nemen die bakvissen letterlijk. Zo heeft hij dat nooit bedoeld, want dan zou hij ook mij bedoelen. Hij jent graag. Vaak beschuldig ik hem van ‘verwendkindgedrag’, een term van mijn vrouw, die kinderpsycholoog was. Die bakvissen in Tiel waren daar geestelijk niet op ingericht.’
De telefoon. Het gaat om een strafzaak die hij onlangs heeft aangenomen. ‘Nee meneer, u zit in beperking, dan kan ik even niets voor u doen’, sluit Hiddema op vaderlijke toon af.
‘Ik moet ze geen bakvissen noemen’, herpakt hij zich. ‘En dan nog Eerdmans die de verkeerde muziek opzet.’ Hij schatert. ‘Een fiasco.’
‘Intussen zat ik aan die begroting te werken, maar het verkneukelen was weg. Ik wist dat Het Parool met iets zou komen. Toen ik de volgende dag dat artikel las, sloegen de stoppen door. De teksten van die kleuters van de jongerenclub, die Ruben O. die dan bij ons op de payroll bleek te staan. Teksten als ‘Meine Ehre heisst Treue’, verhalen over een Joods pedonetwerk… En dan moest ik de Kamer gaan vertellen hoe erg het is met dat institutioneel antiracisme? Ik zou voor lul staan. M’n ambitie was weg, ik was een lame duck. Die bijdrage aan de Justitiebegroting heb ik meteen verscheurd.’