Koffiekamer « Terug naar discussie overzicht

Huizenprijzen dalen met 60% in 7 jaar en nog veel meer.

40.342 Posts, Pagina: « 1 2 3 4 5 6 ... 653 654 655 656 657 658 659 660 661 662 663 ... 2014 2015 2016 2017 2018 » | Laatste
[verwijderd]
0
henkie haalt vermogen en spaargeld door elkaar. de rijkste 150k nederlanders (vermogen >1mln) hebben maar 53mrd aan spaargeld. het meeste hebben zij zitten in bedrijven en onroerend goed, niet in cash.
JZ
0
[verwijderd]
0
40% van de huishoudens heeft te weinig buffer,

Zo’n 20% van de huishoudens heeft geen enkele financiële buffer en nog eens 20% heeft een buffer van minder dan 2000 euro. Dit is te weinig. Uit berekeningen van het Nibud blijkt dat iedereen minstens 3550 euro aan spaargeld zou moeten hebben.

www.ing.nl/nieuws/nieuws_en_persberic...
andre68
0
quote:

henk38 schreef op 25 juni 2013 20:40:

40% van de huishoudens heeft te weinig buffer,

Zo’n 20% van de huishoudens heeft geen enkele financiële buffer en nog eens 20% heeft een buffer van minder dan 2000 euro. Dit is te weinig. Uit berekeningen van het Nibud blijkt dat iedereen minstens 3550 euro aan spaargeld zou moeten hebben.
Zo’n 15% van de huishoudens spaart niet. En 12% heeft zelfs helemaal geen spaarrekening.
Schrikbarend...40% van de huishoudens heeft slechts één netto modaal maandsalaris of nog minder als buffer achter de hand.

En aan de andere kant blijven de graaiberichten binnenstromen van de "onmisbare" topmannen van de Ziggo's, woco's, zorginstellingen en semi-staatsbanken etc.etc.
[verwijderd]
3
Let even op, we ontsparen! Gemiddeld consumeren we meer dan er aan geld binnen komt. Dat de spaartegoeden stijgen, komt omdat aandelen massaal worden verkocht, (studie)schulden worden aangegaan, en dergelijke.

Zie www.refdag.nl/nieuws/economie/analyse...

Gecorrigeerd voor inflatie namen de spaartegoeden ondanks die omzettingen zelfs evengoed af. Daarnaast zitten de spaartegoeden juist niet bij de jongeren die graag een (ander) huis willen.

Ik snap de relevantie van zo'n bericht uit maart dan ook niet echt ;)
[verwijderd]
2
Of duidelijker, uit het volgende grafiekje blijkt dat we zelfs al jaren aan het ontsparen zijn: t.co/H5kDmByeVS
[verwijderd]
0
Nederlanders zijn lang niet zulke spaarders als weleens gedacht wordt. De Nederlandsche Bank schreef eerder dit jaar:

“Nederland staat te boek als een land van spaarders. Door de verplichte pensioenvoorziening zijn er inderdaad hoge ‘collectieve besparingen’. Maar op vrijwillige basis zijn gezinnen al langere tijd verre van spaarzaam. Hun ‘vrije besparingen’ zijn sinds 2003 zelfs negatief; sinds dat jaar ligt het inkomen waar zij zelf over kunnen beschikken – dus na betaling van belastingen en pensioen- en andere premies – lager dan de consumptie. Zo beschouwd, houden gezinnen dus geenszins de hand op de knip”
Bijlage:
josti5
0
Het is allemaal zóóó eenvoudig: kijk, wat er na aftrek van belasting en verplichte premies netto overblijft in de portemonnee, trek daar de individuele lasten van af: hypotheekrente + aflossing, verplichte + vrijwillige verzekeringen, vaste overheidslasten etc., en je houdt een schijntje 'vrij' te besteden over, waarbij in dat 'vrij' te besteden bedrag óók nog eens accijns en BTW zit, en méér van dien aard.
[verwijderd]
0
Ik zat even te kijken wat duitsers ongeveer verdienen , wat ze
zelf aangeven op verschillende forums , maar dat is toch minder
dan wat wij verdienen , bij de hogere beroepen valt het verschil
wel mee , maar bij de laaggeschoolde beroepen is het verschil
best wel flink te noemen en een werkweek is daar gewoon 40 uur

Zo vertelde een vrouw dat ze al 8 jaar werkt als receptioniste
40 uur in de week en dat ze daar net geen 1375,- mee verdiend
netto in de maand.
Ik ken ook iemand die dat werk doet , maar die werkt 24 uur in
de week en verdiend daar 1100,- euro netto in de maand mee in NL



eigenwijs
0
quote:

henk38 schreef op 26 juni 2013 12:51:

Nederlanders zijn lang niet zulke spaarders als weleens gedacht wordt. De Nederlandsche Bank schreef eerder dit jaar:

“Nederland staat te boek als een land van spaarders. Door de verplichte pensioenvoorziening zijn er inderdaad hoge ‘collectieve besparingen’. Maar op vrijwillige basis zijn gezinnen al langere tijd verre van spaarzaam. Hun ‘vrije besparingen’ zijn sinds 2003 zelfs negatief; sinds dat jaar ligt het inkomen waar zij zelf over kunnen beschikken – dus na betaling van belastingen en pensioen- en andere premies – lager dan de consumptie. Zo beschouwd, houden gezinnen dus geenszins de hand op de knip”

\

wat wil je met maar 1,7 % rente , waar nog eens 1, 2% vermogensbelasting vanaf gaat als je boven de vrijstelling zit, sparen is niet aantrekkelijk. Ik los af . Dat brengt meer op dan sparen.
eigenwijs
0
quote:

josti5 schreef op 26 juni 2013 13:41:

Het is allemaal zóóó eenvoudig: kijk, wat er na aftrek van belasting en verplichte premies netto overblijft in de portemonnee, trek daar de individuele lasten van af: hypotheekrente + aflossing, verplichte + vrijwillige verzekeringen, vaste overheidslasten etc., en je houdt een schijntje 'vrij' te besteden over, waarbij in dat 'vrij' te besteden bedrag óók nog eens accijns en BTW zit, en méér van dien aard.
Mocht je dan nog wat overhouden en het sparen, gaat daar weer 1,2 vanaf.Geef je het spaargeld bij je dood aan je kinderen , betalen zij weer hierover erfbelasting. Al met al de staat pikt alles in.
[verwijderd]
0
www.parool.nl/parool/nl/984/SHOWNIEUW...

Ook voor jou Ruud: haal er nog maar 4 ton van af, de markt voor dit soort objecten doet helemaal niets meer nu.
Van Lanshot heeft er nog een stuk of 40 in de liquidatie nu, soortgelijks is diep in prijs afgedaald.
[verwijderd]
0
Het zomaar inhouden van enige toeslagen zoals ook de HRA(RTLZ)
"Een paar duizend gevallen volgens de belastingdienst"
Natuurlijk is er veel misbruik, een foute tussenpersoon/belastingconsulent is zo gevonden.
Mijn inschatting van onterecht uitgekeerde HRA: >40k huishoudens.

Samson is gemotiveerd: "er zijn nog honderden miljoenen te halen"...mijn goedkeuring heeft hij! laat je niet intimideren door de bekende bankjes(+bijbehorende Baasjes)
[verwijderd]
0
Vastgoedbeleggingen
Vraag 2.1 Direct vastgoed
Vraag 2.2: Indirect vastgoed, beursgenoteerd
Vraag 2.3: Indirect vastgoed, niet-beursgenoteerd
De directe beleggingen in vastgoed omvatten directe belangen alsmede belangen via deelnemingen of andere participatievormen die niet als beleggingsinstelling aangemerkt worden. Bij directe vastgoedbeleggingen is in ieder geval geen sprake van leverage door externe financiering. Verder dienen de indirecte beleggingen uitgesplitst te worden over beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde beleggingen.
Vraag 3: Aandelen
Vraag 3.1: Mature markets
Vraag 3.2: Emerging markets
De beleggingen in aandelen worden verdeeld over aandelenbeleggingen in mature en emerging markets. Aandelen uit OESO landen worden tot de beleggingen in aandelen mature markets gerekend. Alle overige beursgenoteerde aandelen worden aan aandelen emerging markets toegerekend.
Vraag 4.1: Private equity
De niet-beursgenoteerde aandelen en beleggingen in private equity worden op regel 4.1 gerapporteerd. Dit betreffen ook niet-beursgenoteerde beleggingen in infrastructuur en microfinanciering.
Vraag 4: Vastrentende waarden
Vraag 5.1: Staatsobligaties, niet-index linked
Alle staatsobligaties die niet gekoppeld zijn aan inflatie worden, ongeacht hun credit-rating, op regel 5.1 onder staatsobligaties gerapporteerd.
Vraag 5.2: Index linked bonds
Alle obligaties die gekoppeld zijn aan een inflatie-index worden, ongeacht hun credit-rating, op regel 5.2 onder index-linked bonds gerapporteerd. Dit geldt voor zowel staats- als bedrijfsobligaties.
Vraag 5.3: Hypothecaire leningen
Hypothecaire leningen, mortgage backed securities en asset backed securities (inclusief gedekte obligaties, ofwel covered bonds) worden gerapporteerd op regel 5.3 onder hypotheken.
Vraag 5.4: Credits
De post credits op regel 5.4 bevat uitsluitend ongedekte obligaties en leningen die niet zijn uitgegeven door overheden. Op deze regel worden ook de converteerbare obligaties gerapporteerd.
Vraag 5.5: Kortlopende vorderingen en liquide middelen
Onder kortlopende vorderingen en liquide middelen (regel 5.5) meldt de rapporteur alle direct opeisbare gelden en deposito’s die niet aangehouden worden voor margin-verplichtingen en ook niet anderszins aangehouden worden voor derivatenexposure. Liquide middelen en kortlopende vorderingen die wel aangehouden worden voor margin-verplichtingen of anderszins aangehouden worden voor de exposure naar derivaten worden gerapporteerd op regel 8.3 onder overige liquide middelen.

Vraag 6.1: Hedge funds
Beleggingen in (funds of) hedge funds dienen gerapporteerd te worden op regel 6.1. Volledige look-through is niet van toepassing voor hedge fund beleggingen; de posities die hedge funds aanhouden hoeven niet op de betreffende categorie gerapporteerd te worden. Overigens dient een pensioenfonds wel volledig zicht te hebben op de posities en het risicoprofiel van de hedge fund beleggingen.
Vraag 7.1: Commodities
Beleggingen in niet-financiële activa zoals grondstoffen worden gerapporteerd op regel 7.1. De kortlopende vorderingen en liquide middelen uit hoofde van de derivatenposities voor de exposure naar grondstoffenderivaten worden niet hier, maar op regel 8.3 onder overige liquide middelen gerapporteerd (zie pagina 16 voor een nadere toelichting op het invullen van grondstoffenderivaten).
Vraag 8.1: Securities lending en repo
Onderpandsverplichtingen die samenhangen met de uitleen van effecten (securities lending en repurchase agreements (repo)) worden gerapporteerd op regel 8.1. Deze transacties worden gezien als het aangaan van een lening. De omvang van deze lening wordt gerapporteerd op regel 8.1 onder securities lending als een negatief getal, omdat het hier een verplichting voor het pensioenfonds betreft. Bij het inlenen van effecten is dit vice versa en wordt hier een positief getal gerapporteerd.
Vraag 8.2: herbelegging vanuit securities lending en repo
De herbelegging van hierboven ontvangen lening wordt gerapporteerd op regel 8.2, mits er geen sprake is van materiële additionele risico’s die voortvloeien uit deze herbelegging. Als er wel sprake is van materiële additionele risico’s worden de herbeleggingen gerapporteerd onder de categorie waar zij betrekking op hebben en dient de herbelegging te worden toegelicht in het toelichtingenveld. Hier kan sprake van zijn als bijvoorbeeld bij securities lending cash collateral wordt herbelegd. Als er sprake is van like-for-like transacties waar securities worden uitgeleend tegen onderpand dat bestaat uit soortgelijke securities dan worden op regel 8.1 en regel 8.2 in kolom 1 gelijke, maar tegenovergestelde bedragen gerapporteerd. Hieronder beschrijven we hoe in een aantal voorbeeldsituaties securities lending en repo’s gerapporteerd moeten worden.
Voorbeeld securities lending (like-for-like)
Als voorbeeld voor het rapporteren van securities lending zonder materiële additionele risico’s nemen we het uitlenen van €100 miljoen aandelen, waarvoor €110 miljoen andere, minder liquide, aandelen worden ontvangen. De waarde van de onderpandsverplichting (-/- €110 miljoen) wordt op regel 8.1 in de eerste kolom gerapporteerd. De vierde kolom toont de tegenwaarde van de onderliggende, uitgeleende stukken (€100). Het verschil van €10 miljoen is het gevolg van overcollateralisatie. Feitelijk is dit een verplichting aan de tegenpartij (de inlenende partij). Deze verplichting wordt in de vierde kolom van regel 8.4 onder ‘overigebeleggingen’ gerapporteerd. De waarde van de ontvangen, minder liquide aandelen (€110 miljoen) wordt als herbelegging op regel 8.2 gerapporteerd.

Categorie Mandaat | Overlay
in miljoenen € MW ex. der MW der d/? eq. Exp.
01 | 09 02 | 10 03 | 11 04 | 12
8.1 Sec. lending / repo -110 -100
8.2 Herbelegging 110 110
8.4 Overig 0 -10
Voorbeeld securities lending (herbelegging)
Als er sprake is van herbelegging van onderpand dan dient dit altijd te worden toegelicht in het toelichtingenveld. Het uitgangspunt is wederom een aandelenuitleenprogramma van €100 miljoen. Echter, in dit geval wordt €110 miljoen cash als onderpand ontvangen en dit wordt herbelegd in geldmarktfondsen. De onderpandsverplichting wordt wederom op regel 8.1 gerapporteerd als minus €110 miljoen in kolom 1 met de tegenwaarde van de uitgeleende aandelen (€100 miljoen) in kolom 4. Dit is als het ware het exposure van het onderpand. De herbelegging van €110 miljoen in geldmarktfondsen behoort in dit geval op regel 5.5 kortlopende vorderingen en liquide middelen gerapporteerd te worden. Op regel 8.4 ontstaat door de overcollateralisatie een exposure van -/-€10 in kolom 4. In deze situatie dient ook in het toelichtingenveld vermeld te worden dat het onderpand vanuit securities lending voor €110 miljoen is herbelegd in kortlopende vorderingen.

[verwijderd]
0
KPMG is een fout bedrijf, dat justitie daar niet binnen valt is mij nog steeds een compleet raadsel.

Het te duur in de boeken zetten van lege, aftandse, onverkoopbare kantoren is in mijn ogen een economisch delict met de aandeelhouders als potentiele slachtoffers...
[verwijderd]
0
Categorie Mandaat | Overlay
in miljoenen € MW ex. der MW der d/? eq. Exp.
01 | 09 02 | 10 03 | 11 04 | 12
5.5 Kortl. vord. 110 110
8.1 Sec. lending / repo -110 -100
8.2 Herbelegging
8.4 Overig 0 -10
Stel nu dat de waarde van de geldmarktfondsen afneemt tot €100 miljoen en de waarde van de uitgeleende stukken toeneemt tot €125 miljoen. Het verlies op de geldmarktfondsen is voor rekening van het pensioenfonds en de partij die de aandelen leent hoeft dit ontstane ‘tekort’ van €10 miljoen niet aan te vullen. Op regel 5.5 wordt de waarde van de herbelegging in geldmarktfondsen van €100 miljoen gerapporteerd. De lenende partij moet wel €25 miljoen aan onderpand bijstorten vanwege de toegenomen waarde van de geleende aandelen. De resulterende waarde van de uitgeleende aandelen van €125 miljoen wordt gerapporteerd in de vierde kolom op regel 8.1. Het gestorte bedrag aan onderpand (€135 miljoen) wordt op regel 8.1 in de eerste kolom gerapporteerd. Het extra gestorte onderpand van €25 miljoen wordt niet onmiddellijk herbelegd in geldmarktfondsen. Daarom wordt dit gerapporteerd op regel 8.2. Er is nog altijd sprake van overcollateralisatie, zoals blijkt uit het verschil tussen kolom 1 en kolom 4 op regel 8.1.

Categorie Mandaat | Overlay
in miljoenen € MW ex. der MW der d/? eq. Exp.
01 | 09 02 | 10 03 | 11 04 | 12
5.5 Kortl. vord. 100 100
8.1 Sec. lending / repo -135 -125
8.2 Herbelegging 25 25
8.4 Overig 0 -10

In dit voorbeeld tellen de totalen van de kolommen op tot -/- €10 miljoen. Dit komt overeen met het verlies van €10 miljoen voor rekening van het pensioenfonds. Als in bovenstaand voorbeeld het additionele onderpand van €25 miljoen overigens nog niet is gestort, dan wordt dit gerapporteerd als een vordering op de tegenpartij ter grootte van €25 miljoen op regel 8.4.

Categorie Mandaat | Overlay
in miljoenen € MW ex. der MW der d/? eq. Exp.
01 | 09 02 | 10 03 | 11 04 | 12
5.5 Kortl. vord. 100 100
8.1 Sec. lending / repo -135 -125
8.2 Herbelegging
8.4 Overig 25 15

Voorbeeld repo
Als een pensioenfonds €90 miljoen liquide middelen leent en daarvoor voor €100 miljoen onderpand (in de vorm van staatsobligaties) verstrekt in een repurchase agreement (repo), dan komt dat als volgt naar voren in staat K201:
Categorie Mandaat | Overlay
in miljoenen € MW ex. der MW der d/? eq. Exp.
01 | 09 02 | 10 03 | 11 04 | 12
5.5 Kortl. vord. 90 90
8.1 Sec. lending / repo -90 -100
8.2 Herbelegging
8.4 Overig 0 10

De liquide middelen worden gerapporteerd op regel 5.5 (kortlopende vorderingen) ter waarde van €90 miljoen. De waarde van de opgenomen lening wordt op regel 8.1 in kolom 1 gerapporteerd. Dit heeft een exposure van €100 miljoen waaruit derhalve overcollateralisatie ter waarde van €10 miljoen blijkt. Deze overcollateralisatie wordt in kolom vier van regel 8.4 als vordering gerapporteerd. Deze invulling is gebaseerd op de veronderstelling dat de lening wordt aangehouden in cash; als deze in een andere (sub-)categorie wordt belegd, dan dient deze vanzelfsprekend op de regel van de betreffende (sub-)categorie gerapporteerd te worden. Als de staatsobligaties in waarde dalen tot €80 miljoen en er (nog) geen additioneel onderpand is gestort door het pensioenfonds, ziet de rapportage er als volgt uit:
Categorie Mandaat | Overlay
in miljoenen € MW ex. der MW der d/? eq. Exp.
01 | 09 02 | 10 03 | 11 04 | 12
5.5 Kortl. vord. 90 90
8.1 Sec. lending / repo -90 -80
8.2 Herbelegging
8.4 Overig 0 -10

In deze situatie resteert in kolom vier op regel 8.4 een verplichting van €10 miljoen door de daling van de waarde van het onderpand.
Vraag 8.3: Overige liquide middelen
Op regel 8.3 onder overige liquide middelen worden alle kortlopende vorderingen en liquide middelen gerapporteerd die aangehouden worden voor margin-verplichtingen of anderszins ten grondslag liggen aan de exposure die middels derivaten wordt gerealiseerd.
Vraag 8.4: Overig
De post overig onder overige beleggingen op regel 8.4 bevat alle beleggingen die niet onder een van de eerder genoemde subcategorieën gerapporteerd kunnen worden. De beleggingen die op regel 8.4 gerapporteerd worden dienen altijd te worden toegelicht in het tekstveld op regel 12.1.
Vraag 10.1: Currency overlay
Valutaderivaten dienen gerapporteerd te worden op regel 10.1. Voor een nadere toelichting op het invullen van valutaderivaten wordt verwezen naar pagina 20. Op pagina 31 wordt beschreven hoe de valutaderivaten uitgesplitst dienen te worden over mandaat- en overlaybeleggingen.
Vraag 11.2: Rente-afdekking
Op regel 11.2 onder de post ‘waarvan (producten aangehouden voor) rente-afdekking TV’ worden nogmaals alle beleggingen gerapporteerd die worden aangehouden ter afdekking van het nominale renterisico van de verplichtingen. Dit valt buiten de totaaltelling op regel 11.1, omdat dit een waarvan post betreft. Beleggingen op regel 8.3 (overige liquide middelen) worden overigens niet opgeteld bij de rente-afdekking. Deze beleggingen en met name de rho equivalenten dragen immers ook niet bij aan de rente-afdekking. Op pagina 25 wordt een voorbeeld gegeven voor het invullen van deze regel.
Kolom 2 & kolom 3: Derivaten
Deze sectie beschrijft aan de hand van voorbeelden op welke wijze pensioenfondsen hun derivaten moeten rapporteren in staat K201. De marktwaarde van derivatencontracten dient gesplitst te worden in een delta- en een rho-equivalent in deze staat. Het delta equivalent is te omschrijven als de hoeveelheid onderliggende waarde die aangehouden moet worden om dezelfde exposure als het derivaat te krijgen voor kleine waardeveranderingen van de onderliggende waarde. Het rho equivalent is de impliciete vorm van financiering van deze exposure. Een gevolg hiervan is dat het rho equivalent voor sommige derivaten gezien kan worden als een sluitstuk bij het invullen van K201. Het rho equivalent van de derivaten wordt gerapporteerd op regel 8.3 onder overige liquide middelen. Afhankelijk of er bij de derivaten sprake is van mandaat- of overlay beleggingen worden de derivaten gerapporteerd in de kolommen twee en drie of de kolommen tien en elf.Renteswaps
De marktwaarde van een renteswap wordt gerapporteerd in de tweede kolom van K201 op de regel staatsobligaties. Voor de invulling van een renteswap in K201 beschouwen we deze als een combinatie van een obligatie met vaste rente (fixed leg) inclusief hoofdsom en een obligatie met variabele rente (floating leg) inclusief hoofdsom. Het waardeverschil tussen deze twee obligaties is de waarde van de swap. Het delta equivalent van een receiver swap is gelijk aan de marktwaarde van de obligatie met vaste rente en het rho equivalent is gelijk aan de marktwaarde van de obligatie met variabele rente.
[verwijderd]
0
Ik blijf erbij, ze moeten Hans Klok in dienst nemen voor het terugtoveren van de historische waarde.
[verwijderd]
1
Voorbeeld 1: renteswaps
Als voorbeeld nemen we een 4% receiver swap met een looptijd van 30 jaar en een notional van €100 miljoen. Bij het aangaan van een renteswap heeft deze over het algemeen waarde nul. We veronderstellen een vlakke rentecurve op 4%. De waarde van een obligatie met coupons van 4% en een notional van €100 miljoen is bij het aangaan van de swap €100 miljoen en de waarde van de floating leg is ook €100 miljoen. Bij het aangaan van deze swap wordt K201 dan als volgt ingevuld:

Categorie Mandaat | Overlay
in miljoenen € MW ex. der MW der d/? eq. Exp.
01 | 09 02 | 10 03 | 11 04 | 12
5.1 Staatsobligaties 0 100 100
8.3 Ov. liq. middelen -100 -100

De delta exposure van de swap is de waarde van de fixed leg van de swap op regel 5.1 en de waarde van de floating leg is het rho equivalent onder 8.3. De som van de delta exposure en het rho equivalent tellen op tot de marktwaarde van nul.
Als in het komende kwartaal de rente stijgt tot 5% voor alle looptijden, dan daalt de waarde van deze receiver swap. Deze waardedaling is toe te schrijven aan de waardedaling van de obligatie met de vaste rente, de fixed leg van de swap, tot ongeveer €85 miljoen. De waarde van de obligatie met de variabele rente, de floating leg van de swap, verandert niet of nauwelijks. De waarde van de receiver swap daalt dus van €0 miljoen tot minus €15 miljoen. In deze situatie ziet K201 er als volgt uit:

Categorie Mandaat | Overlay
in miljoenen € MW ex. der MW der d/? eq. Exp.
01 | 09 02 | 10 03 | 11 04 | 12
5.1 Staatsobligaties -15 85 85
8.3 Ov. liq. middelen -100 -100

De som van de delta eposure en de rho equivalenten is gelijk aan de marktwaarde van minus €15 miljoen.
Bij een rentedaling tot 3% stijgt de waarde van de swap tot €20 miljoen als gevolg van de waardestijging van de fixed leg van de swap tot €120 miljoen. De waarde van de floating leg blijft gelijk aan €100 miljoen. Deze situatie vertaalt zich tot de volgende rapportage in K201:
Categorie Mandaat | Overlay
in miljoenen € MW ex. der MW der d/? eq. Exp.
01 | 09 02 | 10 03 | 11 04 | 12
5.1 Staatsobligaties 20 120 120
8.3 Ov. liq. middelen -100 -100

Renteswaptions
Voor het invullen van renteswaptions worden deze gezien als opties op (forward starting) renteswaps. Wederom geldt dat de marktwaarde van de swaptions wordt ingevuld in de tweede of tiende kolom van K201 op de regel staatsobligaties. Het delta equivalent van de swaption komt overeen met het delta equivalent van een positie in de (forward starting) renteswap, waar de swaption recht op geeft, die dezelfde basis point value (DV01) heeft. Het rho equivalent op de regel overige liquide middelen is min of meer een sluitstuk en is het verschil tussen de marktwaarde van de swaption en het delta equivalent. Op die manier tellen de tweede en derde (of tiende en elfde) kolommen marktwaarde en delta rho equivalenten weer op tot hetzelfde bedrag.

Nou en zo zijn er wel tig van manieren ook om geld te laten stijgen. Maar het is zo veel info dat mensen geen belang er bij hebben.

[verwijderd]
0
Het gezinsvermogen steeg van 1991 tot 2001 met 4,3% per jaar
In die zelfde tijd steeg de waarde van de woning met 8,4% per jaar
4,1% van de overwaarde werd dus elk jaar in de economie gepompt.

Het gezinsvermogen van 2001 tot 2011 steeg maar met 0,5% per jaar
De waarde stijging van de woning van 2001 tot 2008 werd elk jaar
gebuikt om de koopkracht op peil te houden , dit zal wel door de
euro gekomen zijn.

www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-...
40.342 Posts, Pagina: « 1 2 3 4 5 6 ... 653 654 655 656 657 658 659 660 661 662 663 ... 2014 2015 2016 2017 2018 » | Laatste
Aantal posts per pagina:  20 50 100 | Omhoog ↑

Meedoen aan de discussie?

Word nu gratis lid of log in met uw e-mailadres en wachtwoord.

Direct naar Forum

Markt vandaag

 AEX
882,27  -0,36  -0,04%  18:05
 Germany40^ 18.128,70 -0,18%
 BEL 20 3.886,76 +0,31%
 Europe50^ 4.984,58 -0,44%
 US30^ 38.321,05 +0,29%
 Nasd100^ 17.769,46 +0,40%
 US500^ 5.113,53 +0,36%
 Japan225^ 38.300,67 -0,12%
 Gold spot 2.343,19 +0,22%
 EUR/USD 1,0724 +0,27%
 WTI 82,94 -0,84%
#/^ Index indications calculated real time, zie disclaimer

Stijgers

Philips Konin... +29,35%
Alfen N.V. +14,76%
EBUSCO HOLDING +6,88%
FASTNED +4,79%
EXOR NV +3,96%

Dalers

Vastned -6,87%
VIVORYON THER... -5,88%
ASMI -4,39%
ADYEN NV -2,42%
BESI -2,42%

EU stocks, real time, by Cboe Europe Ltd.; Other, Euronext & US stocks by NYSE & Cboe BZX Exchange, 15 min. delayed
#/^ Index indications calculated real time, zie disclaimer, streaming powered by: Infront