marique schreef op 6 december 2015 11:50:
[...]
@Durian,
Ik wil me liever niet bemoeien met jullie opzet en uitvoering van de BCN'16. Maar ik vraag me wel af waarom jullie het ingewikkelder maken dan nodig is.
1) Voor de long deelnemers zal op het eind van het jaar het rendement eenvoudig worden vastgesteld door het eindkapitaal (waarde aandelenbezit per 31/12 + cashgeld) te relateren aan het startkapitaal van € 20.000,--
2) Hoe doen jullie dat bij de short-deelnemers?
Want als die kapitaal moeten lenen om te shorten, dan moet dat steeds wisselende kapitaal ook als
risicokapitaal worden gezien en moet dus op het eind van het jaar het rendement worden berekend op basis van het startkapitaal + het steeds wisselende leenkapitaal gedurende de loop van het jaar.
3) Ik snap absoluut niet dat jullie een leenkapitaal als extra borg in stelling brengen. Waarom zo moeilijk doen?
De borg voor de uitlener is in feite het startkapitaal + de waarde van de geleende aandelen.
In de praktijk is het zo dat de uitlener een risico van koersdaling loopt. Immers, als de shorter zijn positie goed heeft gekozen, zal hij de geleende aandelen terugkopen en terugleveren tegen een lagere koers dan toen hij ze leende.
DAAROM staat tegenover dat risico voor de uitlener een risicovergoeding ('rente' of 'premie') over de waarde van de uitgeleende aandelen op het moment van uitlening. (*)
4) Je kunt voor de shortdeelnemer dus volstaan met een rentevergoeding over de waarde van de geleende aandelen op moment dat de shortpositie wordt ingenomen.
Als de shortdeelnemer zijn positie met verlies sluit, dan vermindert daardoor zijn borgkapitaal. Daardoor kan hij bij een volgende short ook minder aandelen lenen (want minder borg). Even zo goed kan hij, ná een winstgevende sluiting een hoger bedrag aan aandelen lenen omdat met zijn winst het borgkapitaal is verhoogd.
Ga je op deze manier te werk, dan kun je op het eind van het jaar het rendement op dezelfde manier berekenen als bij de long deelnemers.
(*)
Aandelen worden veelal geleend bij grote B&H-beleggers zoals beleggingsfondsen en pensioenfondsen. Die houden aandelen vast ook bij forse koersdalingen. De premie die shorters betalen is gewoon een extraatje en compenseert een deel van het koersverlies dat ze anders ook hadden geleden.