EU-ruzie komt Rutte niet slecht uit
============================
Positie Nederland In Europa heeft Rutte zijn ‘vrekkige’ imago afgeschud, op de EU-top later deze week stelt hij zich op als verdediger van de rechtsstaat. Meent hij het ook?
Hoe wordt een vrek een moraalridder? Die vraag houdt menigeen bezig nu Mark Rutte zich in Europa ontpopt als grote voorvechter van de rechtsstaat.
Geen enkele andere regeringsleider zoekt zo openlijk de confrontatie met Polen en Hongarije, waar rechters en media worden gekneveld. „Verschrikkelijk”, noemde Rutte (VVD) zijn Hongaarse ambtgenoot Viktor Orbán in november zelfs in de Tweede Kamer. In september had Rutte het over een„Europese Unie oprichten zonder Hongarije en Polen”. Hij noemde dat meteen zeer lastig („nucleaire varianten”), maar de toon was gezet.
Tot voor kort was de Nederlandse premier in Europa vooral ‘mister No’. Die bijnaam dankt hij aan zijn verzet, samen met andere ‘vrekkige’ lidstaten, tegen hogere Europese uitgaven als gevolg van de coronacrisis. Terwijl het virus dodelijk toesloeg en de economische crisis zich aandiende, prees Nederland het eigen prudente begrotingsbeleid – en wekte het de toorn van Zuid-Europese landen, van Frankrijk en zelfs van Duitsland.
Op de EU-top van deze donderdag en vrijdag is Rutte niet langer de boeman. Nu zijn alle pijlen gericht op Orbán en de Poolse premier Mateusz Morawiecki. Zij dreigen met een veto nieuw EU-geld te blokkeren, omdat hieraan extra eisen over de rechtsstaat zijn gekoppeld. Op het spel staan de Europese meerjarenbegroting vanaf januari en het coronaherstelfonds met 750 miljard euro aan extra EU-middelen. In juli werd daar met hangen en wurgen overeenstemming over bereikt.
Europese reddingsboei
In de aanloop naar de top in juli werd steevast benadrukt dat de rechtsstaat een belangrijke voorwaarde was voor Nederland om akkoord te kunnen gaan met een Europese reddingsboei. Maar tijdens de top zelf was Rutte meer bezig met de korting (‘rebate’) op de Nederlandse bijdrage en de verhouding tussen subsidies (zonder terugbetaling) en leningen. De tekst over de rechtsstaat bleef heel vaag en werd pas begin november aangescherpt, op aandringen van het Europees Parlement.
Sterker nog: Rutte moedigde het Europees Parlement openlijk aan om dit te doen. Opvallend, want in het verleden noemde de premier die EU-instelling graag en vaak een „feestcommissie”. Nu klonk er lof. „Complimenten aan het Europees Parlement”, zei hij medio november in de Kamer. „Dat heeft goed onderhandeld en een goed resultaat bereikt.” Bram van Ojik (GroenLinks) noemde Rutte’s huldebetoon „een bijzonder moment” want „eerlijk gezegd hebben we dat nog niet zo heel vaak meegemaakt”.
Meent Rutte het? Of vindt hij het niet zo erg dat Polen en Hongarije het herstelfonds dreigen te blokkeren? Nederland was er immers nooit enthousiast over. In zijn entourage klinkt: Rutte vindt de rechtsstaat écht belangrijk. De aanval op de rechtspraak in Polen en Hongarije is niet alleen nationaal, maar Europabreed problematisch, omdat het vertrouwen in elkaars rechtssystemen wezenlijk is voor het functioneren van de EU. Bovendien is de nieuwe EU-begroting helemaal niet ongunstig voor Nederland.
Maar de twijfel over Rutte’s intenties wordt aangewakkerd uit de eigen VVD-hoek, of beter gezegd: door het concept-verkiezingsprogramma van de partij. Daarin wordt gereageerd op de Urgenda-zaak, over het stikstofbeleid, met een pleidooi voor minder rechterlijke invloed op de politiek. „Wat ze in Polen en Hongarije doen gaat allemaal veel verder, maar het principe is hetzelfde”, zegt Aalt Willem Heringa, hoogleraar constitutioneel en administratief recht in Maastricht. „Je probeert de tanden uit de rechtspraak te trekken, omdat uitspraken politiek onwelgevallig zijn.”
Rechter als sta-in-de-weg
Vooral internationale verdragen en rechters, zoals het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, moeten het ontgelden in het VVD-programma. Verschillende juristen wijzen erop dat juist de Urgenda-zaak niet om internationale verdragen ging: de rechter wees het kabinet terecht omdat het zijn éigen milieubeleid niet goed uitvoert. Heringa: „In Europa een grote broek aantrekken over de rechtsstaat terwijl rechters in je verkiezingsprogramma worden neergezet als sta-in-de-weg, spoort niet.”
Overigens was er vorige week in de Tweede Kamer brede steun, ook van de VVD, voor een motie om te onderzoeken of Polen door Nederland zelf, eventueel met gelijkgestemde landen, voor het Europese Hof van Justitie kan worden gedaagd. Ook minister Sander Dekker (Rechtsbescherming, VVD) omarmde die oproep. Alleen FVD, PVV en SGP stemden tegen.
Met Tweede-Kamerverkiezingen op komst in maart, komt de ruzie in Europa Rutte niet slecht uit. De VVD moest zich recent verdedigen tegen het verwijt dat het Nederland laat opdraaien voor het financiële wanbeleid van anderen – PVV-leider Geert Wilders noemt het herstelfonds een „ontzettend idioot plan”. Dankzij het conflict met Polen en Hongarije, en Rutte’s rol van aanjager daarbij, kan de premier laten zien dat er geen blanco cheque naar de EU gaat.
De ruzie geeft Rutte bovendien een stok om de PVV mee te slaan. Wilders is fan van de eurokritische Orbán en van Hongarije in het algemeen – zijn vrouw is Hongaars – en hij kiest in het conflict over de EU-miljarden openlijk de kant van de Hongaarse regering. „Hadden wij in Nederland maar een premier als de heer Orbán”, zei Wilders onlangs in de Tweede Kamer. „De heer Rutte heeft niet de helft van het lef, van de politieke ballen, van de heer Orbán.”
Rutte kaatste de bal terug door zich op te werpen als verdediger van het Nederlandse belang, een titel die Wilders doorgaans voor zichzelf opeist. „Ik blijk nu een voorbeeld te moeten nemen aan de heer Orbán, dus ik moet homorechten in Nederland beperken, ik moet de persvrijheid in Nederland beperken, ik moet het recht van kleinere partijen om deel te nemen aan de verkiezingen beperken. Ben ik even blij dat ik niet op die man lijk.” De premier vroeg nog net niet: voor welk land zit Wilders eigenlijk in de Kamer?