Deel van een artikel uit het ND:
Zelfs het Onsterfelijk Regiment werd Russen afgepakt
De militaire parade op het Rode Plein lijkt een Sovjettraditie. Maar pas onder Poetin werd het echt een propaganda-instrument.
Poetin bouwde de mythe van de ‘9 mei-parade’ vanaf zijn aantreden systematisch en geschiedvervalsend op. De Grote Vaderlandse Oorlog liep van de Duitse inval op 22 juni 1941 tot 9 mei 1945. Door 1939 als begin te vermijden, omzeilde Rusland het Molotov-Ribbentroppact. Dat was in dat jaar niet alleen een niet-aanvalsverdrag tussen de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland, maar - in een geheim protocol - ook een cynische opdeling van oostelijk Europa.
Door het ‘vaderlands’ te houden, kon Poetin de Amerikaanse hulp en de samenwerking met de geallieerden verdoezelen. Rusland alleen had de wereld bevrijd van Hitler, ten koste van 26,6 miljoen doden, een zevende van de hele bevolking. Niet vermeld werd dat Polen elke vijfde burger verloor.
Kritische historici zien een omslag rond 2011-2012. Door onverwacht massale demonstraties en na zijn herverkiezing radicaliseerde Poetin zijn binnenlands bestuur. Vrijheid van meningsuiting en organisatie werd de laatste tien jaar bij wet en in steeds repressiever vervolging ingeperkt. In 2020 legde de Doema, het Russische parlement dat alleen ja kan knikken, grondwettelijk vast dat Poetin tot 2036 aan de macht kan blijven.
Ook de herinnering aan de oorlog werd tot in detail vastgelegd naar de smaak van het Kremlin. Dat werd anderhalf jaar geleden door Andrej Archangelsky onder woorden gebracht op de website Raam op Rusland. Sinds 2014 al kun je in Rusland vervolgd worden voor ‘rehabilitatie van het nazisme’; de strafmaat is in 2020 verhoogd van drie naar vijf jaar. ‘De ‘bescherming van de historische waarheid’ is dat jaar als staatstaak opgenomen in de Russische grondwet. Een speciale afdeling van het Onderzoekscomité heet ‘bestrijding van geschiedvervalsing.’
En dat is precies wat Poetin zelf doet. In toespraken en lange artikelen manifesteert hij zich vanaf 2019 als een historicus die in zijn zelf geschapen verleden leeft. ‘De utopie van de toekomst is vervangen door een mythe van het verleden’, stelt Archangelsky.
Het meest pijnlijk wordt de teloorgang duidelijk in de herinnering van de Russen zelf. De echte traditie in de Sovjet-Unie bestond uit jaarlijkse optochten, niet alleen in Moskou, maar in elke plaats. Families liepen al of niet met muziek van kapellen een route en namen foto’s mee van voorzaten die in de oorlogen waren omgekomen. Het waren non-politieke manifestaties van het ‘Onsterfelijke Regiment’. Dat is de naam die aan het legioen van gesneuvelde Russische soldaten wordt gegeven.
Meestal liep zo’n optocht uit op een koningsdag-achtig feest. Poetin zelf liep weleens mee, met de beeltenis van zijn vader, zwaargewond geraakt tijdens het beleg van Leningrad. Maar ook het ‘Onsterfelijke regiment’ is gestolen door het Kremlin. Vladimir Medinsky, ooit minister van Cultuur en nu speciaal adviseur van Poetin, regisseerde een staatsvariant, die Stalin als portret opdrong en ook de persoonlijke familiegeschiedenissen ijkt aan de klok van het Kremlin. Medinsky promoveerde in 2010 op propaganda. ‘Mythes zijn belangrijker dan feiten. Het gaat om hun interpretatie, invalshoek en geschiktheid als massapropaganda’, citeert Ivan Koerilla Medinsky.