Zal maar zegge...Verhaal en visie komt me bekend voor.
De tijd is op voor klimaattafels en ander geneuzel
18:00
Illustratie: Max Kisman voor Het Financieele Dagblad
Het nieuwste rapport van het klimaatpanel van de VN (IPCC) vertelt wat we eigenlijk al wisten. In het licht van dit rapport is de Green Deal van Eurocommissaris Frans Timmermans een voltreffer, waarmee eindelijk vrome doelstellingen in broodnodige acties worden vertaald.
Het non-existente Nederlandse klimaatbeleid steekt hier schril bij af. Wij staan bovenaan alle lijstjes van doelstellingen en onderaan alle lijstjes van concrete actie en resultaten. De reactie van demissionair premier Mark Rutte dat het wel betaalbaar moet blijven voor de burger, is ronduit schandalig. Dat niets doen uiteindelijk veel duurder uitpakt, wil er bij de Nederlandse politiek niet in.
Het IPCC-rapport maakt ook korte metten met de misvatting dat klimaatverandering nog decennia op zich zal laten wachten. Dat misverstand werd eerder ontkracht door het beruchte hockeystickmodel van Nobelprijswinnaar William Nordhaus. Deze zomer werd het 50 graden Celsius in Canada, waren er overstromingen in Duitsland, afkalvend ijs in Groenland en Antarctica, en smeltende tundra met ontsnappend methaangas in Siberië. De kantelpunten gebeuren nu, en raken ons direct.
‘Dat niets doen uiteindelijk veel duurder uitpakt, wil er bij de Nederlandse politiek niet in.’
Nu is dan ook niet de tijd voor ‘serieuze studies’, klimaattafels of geneuzel over investeringsbanken, zoals vorige week in het FD bepleit door de economen Roel Beetsma, Arnoud Boot en Coen Teulings (FD 7 augustus). Dat lijkt allemaal verdacht veel op hengelen naar uitstel, terwijl het IPCC en het dagelijks nieuws de urgentie steeds duidelijker maken. Al die polderaars lopen met een boog om twee grote olifanten in de kamer heen, net zoals de Nederlandse politiek. We weten precies wat er moet gebeuren, en de bal ligt nu bij de overheid.
Zuivere overheidstaak
Allereerst, hoe de transitie er ook uit gaat zien, elektriciteit gaat een centrale rol spelen. Er is geen andere manier om de energie uit niet-fossiele bronnen naar de eindgebruiker te brengen, of dat nu windparken op zee zijn of een kerncentrale. Maar ons elektriciteitsnetwerk kan die uitdaging niet aan, zoals netwerkbeheerder TenneT al jaren van de daken schreeuwt.
De overstap naar een smart grid dat hoge volatiliteit aankan en het oplossen van mismatches tussen de locaties van energieaanbod en -vraag, zijn zuivere overheidstaken. Staatsbedrijf TenneT kan die taken prima aan, maar heeft daar wel financiering voor nodig. Een agendapunt voor de formatie: investeer in het elektriciteitsnetwerk om het klaar te maken voor de nieuwe klimaatwerkelijkheid. Daar is geen investeringsbank of Nationaal Groeifonds voor nodig. Zet investeringen in het elektriciteitsnetwerk in de overheidsbegroting.
Onnodig conflict
De tweede olifant in de kamer is koolstofbeprijzing. CO2-uitstoot is een externaliteit: de bedrijven die het uitstoten worden niet met de maatschappelijke kosten ervan geconfronteerd. Dat creëert een onnodig conflict tussen winstmaximalisatie en milieu, dat met koolstofbeprijzing opgelost wordt.
Met een adequate koolstofprijs houden bedrijven automatisch rekening met de maatschappelijke kosten van hun uitstoot, is er geen web van dwangmaatregelen meer nodig en zet je alle lobbyisten op een zijspoor. In Europa zijn met de Green Deal en het Europese emissiehandelssysteem ETS al stappen gezet.
Maar Nederland kan meer doen, bijvoorbeeld door een additionele carbon tax bovenop de ETS-prijs als Brussel te veel rechten uitgeeft en de prijs daarmee te laag blijft. Maak een eind aan vrijstellingen en gratis rechten, zodat elk bedrijf geconfronteerd wordt met de milieugevolgen van zijn acties; dat levert genoeg inkomsten op om de eventuele transitiehulp mee te betalen.
‘Maak een eind aan vrijstellingen en gratis rechten, confronteer elk bedrijf met de gevolgen van eigen handelen.’
Daarbij hoort ook een Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM), een CO2-heffing aan de EU-buitengrens. Hierover sprak het FD-commentaar zich kritisch uit, net als ABN Amro-hoofdeconoom Sandra Phlippen in haar meest recente expertbijdrage.
Zo zien we ook in het FD nog weinig begrip van waarom die CO2-heffing nodig is. De heffing is een essentiële stap naar wat ultiem noodzakelijk is, een wereldwijd klimaatakkoord met afdwingbare maatregelen. Dat lukt niet vanwege wat economen het free rider-probleem noemen: als iedereen zijn best doet, wordt het voor een individueel land verleidelijk om dat juist niet te doen: je krijgt de voordelen omdat je het totale resultaat niet noemenswaardig beïnvloedt, en je vermijdt de aanpassingskosten. Het kwalijke van deze free riders is natuurlijk dat als iedereen zo denkt, dat mondiale beleid er helemaal niet komt. Niemand neemt dan de eerste stap.
Heffingen aan de buitengrens verminderen de aanpassingsproblemen in het land dat wél die eerste stap maakt, door concurrenten vanuit landen met minder strenge productievoorwaarden met dezelfde koolstofprijs te confronteren. Als de EU een CO2-heffing hanteert, wordt free riden minder aantrekkelijk voor landen die naar de EU exporteren. Exporteurs betalen dan alsnog die koolstofprijs. Dit beleid is niet gelijk aan een zorgwekkend verschuiven van de lasten naar de derde wereld, zoals Phlippen in haar bijdrage stelt, maar de enige manier om het free riding-probleem op te lossen.
CO2-heffingen aan de (buiten)grens zijn niet een alternatief voor internationale overeenstemming; de heffingen zijn juist de enige manier om wereldwijde overeenstemming te bereiken.
Sweder van Wijnbergen is hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam.