Ja ja....
Biden verleidt EU om transitie geopolitiek te maken
17:45
Illustratie: Hein de Kort voor Het Financieele Dagblad
De Europese geopolitieke kookpot is weer een paar graden opgestookt na de vergadering van de G7 afgelopen weekend en de daaropvolgende Navo-bijeenkomst. De G7 was een hoogstandje van geopolitiek manoeuvreren tegen China en andere autocratische uitdagers.
Investeringen in koolstofarme technologie en vaccins werden dit weekend belangrijke pionnen op het wereldschaakbord. Met de netto-nulstudie van het Internationaal Energieagentschap (IEA) nog in het geheugen, gemaakt in opdracht van het Verenigd Koninkrijk in aanloop naar de klimaatconferentie in Glasgow, is het voornemen om het kolenverbruik van de landen te verminderen en de kolenverbranding zonder afvang en opslag (CCS) uit te faseren. Niet alleen in de eigen energievoorziening, maar ook in die in andere landen. Daartoe moeten flinke fondsen worden vrijgemaakt. De kopstukken van de G7 hebben zich voorgenomen dat de Chinese kolenintensieve zijderoute concurrentie moet krijgen van een koolstofarme evenknie.
Mineralen
Biden neemt zijn collega’s in het Westen mee in zijn omvangrijke plannen voor de reconstructie van de Amerikaanse economie. Hij spoort de G7 en Westerse consorten aan zelf ook een dergelijke stap te zetten. Hij wil de energietransitie gebruiken als een van de instrumenten om het wereldleiderschap weer op te eisen. Maar biedt dit Amerikaanse plan genoeg wenkend perspectief voor de EU? Daarvoor is toegang nodig tot de benodigde mineralen en grondstoffen om nieuwe waardeketens te ontwikkelen. Een andere recente IEA-studie, The Role of Critical Minerals in Clean Energy Transitions, werpt daarop een interessant licht.
Sinds de financiële crisis van 2008 is Europa een verhaal van een immer krimpend belang in de wereld op economisch en politiek gebied. Europese bedrijven hebben al veel aan internationale relevantie ingeboet en de pogingen om een Europees strategisch industriebeleid van de grond te krijgen hebben deze trend nog niet kunnen ombuigen. Ook de energietransitie is in de EU langzamerhand een economisch reconstructieverhaal geworden, door de coronacrisis en het oormerken van een aanzienlijk deel van het coronaherstelfonds voor deze transitie.
Nu nodigt Biden de Westerse landen uit om de energietransitie een instrument van internationale politiek te maken. Dit appelleert enerzijds aan het verhaal van de Europese Commissie, maar stuit anderzijds ook op de realiteit van de sterke positie van China in de verwerking van zeldzame aarden en mineralen.
De vraag naar lithium, kobalt, nikkel, koper en zeldzame aarden zal flink stijgen door de wereldwijde investeringen in nieuwe energietechnologie. Het aandeel van China in de productie van zeldzame aarden is alom bekend.
Wat minder bekend is, en door de IEA-studie scherp naar voren wordt gebracht, is dat China ook een belangrijke rol vervult in de verwerking van deze cruciale grondstoffen. China’s aandeel in de verwerkende industrie in de wereld bedraagt circa 40% voor koper en nikkel, ongeveer 60% voor kobalt en lithium en 80% voor zeldzame aarden.
Recyclen
De EU zal vooralsnog importafhankelijk zijn om de energietransitie te realiseren. Een voordeel is wel dat, eenmaal geïmporteerd, een deel van deze materialen door middel van recyclen tot de binnenlandse productiebasis kan worden beschouwd. Voorwaarde hiervoor is natuurlijk wel dat we er als EU op aansturen dat de capaciteit voor deze recycling snel wordt opgebouwd. Wellicht een belangrijk aandachtspunt bij het formuleren van het strategisch industriebeleid, en het energie- en klimaatbeleid van de EU?
Betekent de energietransitie dat in de toekomst de grondstoffen voor energie in de EU koolstofarm worden geproduceerd, of vooral geïmporteerd? Dat is een niet onbelangrijk verschil in de economische positionering van de EU voor de komende decennia. Het Bidenplan geeft hierop nog geen concreet antwoord.
‘Betekent de energietransitie dat in de toekomst de grondstoffen voor energie in de EU koolstofarm worden geproduceerd, of vooral geïmporteerd?’
De grote schaal waarop windmolens op zee en zonneparken moeten worden gebouwd en gekoppeld aan nieuwe conversiecapaciteit en infrastructuur, wordt vaak enorm onderschat. Dit komt mede door het in onze samenleving eerder ontstane beeld van kleinschaligheid en decentralisatie, en ook door een wenkend perspectief van toekomstige energiezelfvoorziening. Dat speelt soms een belemmerende rol in het begrip voor de omvang van dit stadium van de energietransitie.
Zowel het klimaatbeleid als circulariteit steunen vaak vooral op moraliteit, en niet op strategische economische posities. De vraag ‘Willen we een sterke, Europese energieproducerende en grondstoffenverwerkende industrie opbouwen?’ wordt door principiële en morele discussies naar de achtergrond gedrongen in de plannen en besluitvorming.
Lokroep
Inmiddels liggen er heel wat investeringsplannen van het Europese bedrijfsleven voor nieuwe grootschalige waardeketens te wachten op een herziening van het ETS, de andere maatregelen ter versterking van het investeringsklimaat en de CO2-grensbelasting. Maar voor de EU wordt het nog knokken voor een significante positie in de nieuwe waardeketens tussen de big tech van de VS en de cleantech van China.
De lokroep van de Amerikaanse sirene is aantrekkelijk, maar dwingt tot een keuze de Chinese sirene meer los te laten. Voor sommige EU-lidstaten zal het kortetermijnhemd nu nog nader zijn dan de langetermijnrok. President Biden zal het vuur nog wat moeten opstoken.